Hoofdstuk 8: Indirecte kostenbudgetten

In dit hoofdstuk wordt er aandacht besteed aan begroting en budget. Een begroting is een overzicht van alle verwachte inkomsten en uitgaven in een bepaalde periode. Het budget geeft aan hoeveel geld er beschikbaar is voor een bepaalde periode. Het budget geeft aan wat de toegestane kosten zijn om de taken binnen een bedrijf uit te voeren. Je hebt gemengde, vaste en variabele budget. Bij gemengd budget worden de vaste en variabele kosten apart weergegeven. Bij een vast budget veranderd de kosten niet als er een verandering in de productie of verkoop plaats vindt. Dit is bij een variabel budget wel het geval. Om deze budgetten te vaststellen moet je verschillende deelbegrotingen samenstellen. Een deelbegroting is een overzicht van alle in komsten en uitgaven van een periode, maar dit doe je dan per afdeling. Voor een goed beleid van je onderneming moet je een overzicht maken en je begroting afstemmen met je budget per afdeling.

Omdat elke afdeling haar eigen begroting en budget heeft, is het voor de directie van belang om keuzes te maken. De directie gaat bijvoorbeeld kijken of een afdeling wel het budget krijgt wat hen wensen. Dit wordt beoordeeld aan de hand van de begroting. In deze hoofdstuk is een werkvorm als meningsvorming passend. Een interactieve werkvorm van meningsvorming is plakker parade. De werkvorm plakker parade zorgt ervoor dat de leerlingen kritisch denken en voorbereiden op verschillende meningen of oplossingen. De bedoeling is dat de docent de directie is en elke groepje een afdeling. Verschillende afdelingen willen hun budget verhogen, maar de onderneming kan maar een x bedrag uitgeven, dus welke afdeling krijgt de voorkeur?) waarbij meerdere oplossingen of meningen mogelijk zijn.

Werkwijze

· De docent splitst de klas in vijf groepjes. Elke groep bestaat uit vier/vijf leerlingen. Elke groep wordt vernoemd naar een afdeling van een onderneming.

· De docent geeft een probleemstelling (bijvoorbeeld: verschillende afdelingen willen hun budget verhogen, maar de onderneming kan maar een x bedrag uitgeven, dus welke afdeling krijgt de voorkeur?) waarbij meerdere oplossingen of meningen mogelijk zijn.

· De groepjes krijgen gekleurde stickers en plakken die bij de voor hen beste oplossing.

De tweede werkvorm is een placemat. Een placemat is eenvoudig werkvorm en kan bijna bij alles toegepast worden. Op een placemat noteer je alles over het onderwerp. De punten die je genoteerd hebt ga je vervolgens presenteren met behulp van de placemat.

Werkwijze

· Ieder groepje krijgt een A3 vel. In het midden staat een cirkel. In de cirkel staat de opdracht. Bijvoorbeeld: de afdeling moet zijn begroting kunnen verdedigen om het gewenste budget te krijgen.