Formulier Beoordelen spreekbeurt
Spreker: ……………………………………………………………………………….
Onderwerp: ………………………………………………………………………….
Doel: …………………………………………………………………………………….
Beoordelaar: ………………………………………………………………………..
Inhoud
- De spreker heeft wel/geen verstand van zaken.
- Heeft zich wel/niet goed voorbereid.
- Geeft wel/niet voldoende uitleg.
- Geeft goede/slechte voorbeelden.
- Houdt zich wel/niet aan het doel van spreekbeurt.
- Houdt zich aan de opdracht en afgesproken tijd.
Opbouw
- Introduceert wel/niet zijn onderwerp en hoofdgedachte in de inleiding.
- Heeft wel/niet een logische opbouw/duidelijke structuur.
- Gebruikt wel/geen signaalwoorden om de structuur duidelijk te maken.
- Heeft wel/niet gezorgd voor een duidelijk en aantrekkelijk slot.
Taalgebruik
- Spreekt wel/niet te hard of zacht.
- Varieert wel/niet de intonatie (een beetje overdrijven kan geen kwaad).
- Varieert wel/niet zijn tempo.
- Spreekt wel/niet te snel/langzaam.
- Spreekt wel/geen verstaanbaar en goed Nederlands.
- Past zijn/haar woordgebruik wel/niet aan aan het publiek.
- Gebruikt wel/geen formeel taalgebruik.
- Gebruikt veel/weinig stopwoorden
(zeg maar, dat wil je niet weten, dat is echt mijn ding, gesnopen? ja toch? eh).
- Leest wel/niet voor (van spiekbriefje).
Sociale houding
- Leeft zich wel/niet in.
- Staat wel/niet rustig en rechtop.
- Is wel/niet enthousiast en betrokken.
- Kijkt de klas wel/niet regelmatig aan (maakt oogcontact).
- Reageert wel/niet op gelach en/of onrust.
Hulpmiddelen
- De gebruikte hulpmiddelen hebben een wel/niet een meerwaarde.
- De vormgeving is wel/niet aantrekkelijk.
Nabespreking
- De spreker geeft wel/niet vlot antwoord op gestelde vragen
- De spreker reageert wel/niet vlot op (kritische) opmerkingen.
Verbeterpunten
Ik heb de volgende verbeterpunten voor de spreker: ………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
|