Opgaven 7 t/m 10

Tabel bij verhaaltje - opgaven ...................................................................................

  IJsverkoop

Wie een ijsjekoopt bij de ijszaak in de stad betaald voor een horentje en voor de bolletjes.

Alleen een los horentje kost €0,75. Een bolletje ijs kost €0,50.

Maak voor de verkoop van de ijsjes een tabel in je schrift. In de bovenste rij zet je het aantal bolletjes. Ga door tot 4 bolletjes.

 

 

  Voetbalplaatjes

Albert Heijn stelt voor het eerst voetbalplaatjes van ...Didem is helemaal gek van voetbal. Van haar tante krijgt ze een Album waar ze voetbalplaatjes in kan sparen. In het Album waar je de plaatjes in kan plakken hebben ze al 15 plaatjes opgeplakt. Die krijg je dus als het ware cadeau.

Bij de supermarkt spaart ze dan ook voor de nieuwe voetbalplaatjes.  Iedere keer dat ze boodschappen doet krijgt ze weer een pakje met 5 nieuwe plaatjes.

Maak voor Didem een tabel waarin zij kan bij houden hoeveel plaatjes ze al gespaard heeft wanneer ze boodschappen doet. Zet op de bovenste rij het aantal keren boodschappen dat Didem gedaan heeft.

Maak de tabel zo groot, dat je af kan lezen hoeveel plaatjes ze heeft bij 4 keer boodschappen.

 

 

  Aantal km gefietst

Asha fietst elke dag van huis naar school en weer terug. Ze heeft begin september een fietscomputer op haar stuur gemonteerd. Zo kan ze bij houden hoe hard maar ook hoe ver ze fietst.


Op het display van de fietscomputer zie je dat Asha vandaag 15,00 km gefietst heeft.
Het totaal van de teller staat al op 358 km.

Asha fietst elke dag 15 km; 7,5 km heen naar school en 7,5 km terug van school.

Maak voor Asha een tabel waarin zij de komende week kan zien hoeveel kilometer er totaal op de teller zal staan.

 

 

10    Werken in de supermarkt

Joachim zoekt een bijbaantje. Bij de supermarkt op de hoek van de straat kan hij aan de slag. Joachim verdient daar per uur €2,- Hij krijgt van de supermarkt iedere maand ook een extra fooi van €5,-.

Teken voor Joachim een tabel waarin hij kan bijhouden hoeveel hij per maand verdient. Joachim werkt nooit meer dan 20 uur in de maand.

In de bovenste rij zet je de uren(tijd).
Maak bij de uren stapjes van 5 uur.