1H02.6 Vlakke figuren, gemende opgaven 13 t/m 17 ...........................................
13 | Omrekenen 1 |
Je weet: 1 m = 100 cm
Reken om:
|
|
14 | Omrekenen 2 |
Je weet: 1 km = 1000 m
Reken om:
|
|
15 | Omrekenen 3 |
Je weet: 1 m² = 10000 cm²
Reken om:
|
|
16 | Omrekenen 4 |
Wat klopt? Kies het juiste antwoord.
A 232 cm = 23 m en 2 dm
B 632 cm = 63 dm en 2 cm
C 453 cm = 4 m en 53 dm
D 892 cm = 8 dm en 92 cm
17 | Lengtematen |
Reken uit. Schrijf de tussenstappen op!