Opgaven 1 t/m 3

1H02.2 Opgaven 1 t/m 3 .................................................................................

Afstanden

 

Bekijk de afbeelding hiernaast. Deze afbeelding staat ook op je werkblad.

Gebruik je geodriehoek.

  1. Meet de afstand tussen de punten P en A.
  2. Meet de afstand van punt P tot lijn l.
  3. Meet de afstand tussen de lijnen l en m.

 

 

 

Afstanden

 

Bekijk de afbeelding hiernaast. Deze afbeelding staat ook op je werkblad.

Gebruik je geodriehoek en,

  1. Meet de afstand tussen de punt C en lijn m.
  2. Meet de afstand tussen lijnstuk AB en lijn l.
  3. D is het snijpunt van  ....   en  .... .
  4. Meet de afstand tussen punt C en lijnstuk AB.

 

 

Routes op de plattegrond

 

Hieronder zie je een plattegrond van een dorp. Deze plattegrond staat ook op je werkblad.
De platte grond is gemaakt in een schaal van 1:5000. Dit houdt in dat elke cm op de kaart in werkelijkheid 50 meter is.

  1. Hoeveel m is Eva’s (A) route naar de Schoolstraat (B)?
  2. Hoeveel m is het hemelsbreed (kaartje 2, in een rechte lijn) van Eva’s huis naar de Schoolstraat?
  3. Hoeveel m verschil is er tussen beide routes?