Opgaven 1 en 2
1H01.2 Opgaven 1 en 2 ....................................................................................................
Codes worden heel vaak gebruikt.
Hier zie je bijvoorbeeld Victor's lesrooster.
- Maandag de eerste twee uur heeft Victor lichamelijke opvoeding.Welke vakken heeft hij nog meer op maandag?
- In welk lokaal zit Victor op maandag het vierde lesuur?
- Heeft de school van Victor 313 lokalen?
Het eerste cijfer van het lokaalnummer geeft de verdieping aan.
- Op welke verdieping ligt lokaal 313?
- Op welke verdieping ligt lokaal 014?
Hier zie je een ziekenhuis.
Het ziekenhuis bestaat uit vier vleugels. In één kamer in de zuidvleugel brandt licht, dat is kamer Z 2.4 L.
- Wat wordt bedoeld met de letter “Z” in het kamernummer?
- Op welke verdieping ligt de kamer?
- Je loopt vanuit de hal naar de kamer.
De hoeveelste kamer is het?
- Ligt de kamer aan de linker- of rechterkant?
Op één van de kamers zie je een vraagteken.
- Wat is het nummer van deze kamer?