Vaste tekststructuren geven antwoord op een aantal vaste vragen.
Bijvoorbeeld bij de voor- en nadelenstructuur:
Voor- en nadelenstructuur | Vaste vragen: | |
Inleiding | vraag | Welke zaak wordt behandeld? |
Middenstuk | voor- en nadelen | Wat zijn de voordelen? Wat zijn de nadelen? |
Slot | eindconclusie | Wat is de eindconclusie? |
Als je je voorbereidt op het schrijven van een tekst, is je schrijfplan volledig als je antwoorden hebt op de onderliggende vragen.
Kijk eerst nog eens goed naar de gevraagde tekststructuur.
Neem de tabellen over en vul in de kolom 'Vaste vragen' in welke vragen je kunt stellen.
Tekststructuur 1
Probleem - oplossingsstructuur | Vaste vragen: | |
Inleiding | probleem | |
Middenstuk | oorzaken, gevolgen en mogelijke oplossingen | |
Slot | de beste oplossing | |
Tekststructuur 2
Verklaringsstructuur | Vaste vragen: | |
Inleiding | beschrijving verschijnsel | |
Middenstuk | redenen, oorzaken en gevolgen | |
Slot | beste verklaring, samenvatting |
Tekststructuur 3
Vroeger/nu/toekomststructuur | Vaste vragen: | |
Inleiding | introductie onderwerp | |
Middenstuk | situatie vroeger, situatie nu | |
Slot | toekomstverwachting |
Tekststructuur 4
Vraag - antwoordstructuur | Vaste vragen: | |
Inleiding | vraag | |
Middenstuk | antwoorden | |
Slot | samenvatting of conclusie |
Bekijk de antwoorden.
![]() |
Antwoord: Aan de Slag 1 |