De therapiekeuze voor het oesofaguscarcinoom is gebasseerd op de lokalisatie, de stadiëring, de performance-status, de operabiliteit en de wens van de patiënt.
Voor alle patiënten die in een in opzet curatief traject een oesofagusresectie ondergaan, zullen eerst neo-adjuvante chemoradiotherapie krijgen. Dit wordt gegevens volgens het CROSS schema (zie CROSS-trial: https://www.thelancet.com/journals/lanonc/article/PIIS1470-2045(15)00040-6/fulltext).
De in opzet curatieve behandeling bestaat uit voorkeur uit een subtotale oesofagusresectie met medeneming van belangrijke lymfeklierstations. De voorwaarde is dat de algemene conditie van de patiënt een dergelijke operatie toelaat, er geen tekenen zijn van lokale irresectabele tumordoorgroei en er geen tekenen zijn van metastasen op afstand.
Een dergelijke operatie kan op drie wijzen uitgevoerd worden:
- Transhiatale resectie volgens Orringer
- Two-stage transthoracale resectie volgens Ivor Lewis
- Three-stage transthoracale resectie volgens McKeown.
Bij de Orringer methode wordt via de buik geopereerd en wordt de anastomose tussen de resterende slokdarm en de nieuw gecreëerde buismaag in de hals gelegd.
Bij de methode volgens Ivor Lewis wordt via de buik geopereerd en via de thorax alwaar ook de anastomose gelegd wordt.
Bij de methode volgens McKeown wordt de oesofagus eerst vrijgeprepareerd via de thorax, waarna via de buik de buikmaag gemaakt wordt. De anastomose wordt hierbij, net als bij de transhiatale benadering, in de hals gelegd.
Zie hiervoor ook de illustratieve video-uitleg van de oesofagusresectie besproken door dr. D. Heineman. Deze is te vinden op de Canvas pagina.