In het verleden werd de lucht in gebouwen op een natuurlijke wijze ververst. In de middeleeuwen zaten vaak alleen openingen in de huizen om licht en lucht door te laten. In de winter werd dan lucht in de huizen verwarmd met behulpvan open vuren op koo- en haardplekken. Om de temperatuur in de ruimten te regelen konden de openingen ook middels luiken geopend en gesloten worden. Later werden er in de leefruimten ramen met glas geplaatst.
Nu was de ruimte afgesloten en kwam er toch daglicht binnen. Als je de ruimte wilde luchten kon je het raam open zetten. Maar de kieren in de ramen en deuren zorgden voor ventilatie.
In de oliecrisis in de jaren 70 was er een tekort aan brandstoffen. Er waren nog veel mensen die de olie als brandstof gebruikten om hun huizen te verwarmen. Men werd zich ervan bewust dat de voorraden aardolie, steenkool en gas eindig zijn. Men ging letten op het algemeen energiegebruik.Er werd ook in de woningen en gebouwen gelet op het energiegebruik. Er verdween nog veel warmte via kieren in ramen en deuren en werden de eerste maatregelen genomen die de grootste kieren en openingen in huis afdichten, veealal door het plaatsen van tochtstrips. Om nog meer energie te sparen ging men de buitenmuren en daken te isoleren en het plaatsen van dubbel glas. De huizen werden luchtdicht gemaakt. Ventilatie werd geregeld met uitzetramen en/of draaikiepramen. s'Winters was dit echter geen goede oplossing doordat de ramen dicht werden gehouden, werd de lucht in huis onvoldoende ververst. Dit resulteerde in ongezonde lucht in de woningen, mede omdat toen ook nog veel mensen in huis rookten.
Om energie te besparen is het isoleren en luchtdicht maken van woningen belangrijk, immers de warmte die je niet verliest hoef je ook niet op te wekken. Ook is het bespaten van energie beter voor het mileu. Als we minder energie verbruiken dan stoten we ook minder verbrandingsgassen uit. Verbrandingsgassen zorgen ervoor dat de kwaliteit van de lucht die inademen steeds slechter wordt. We moeten op sommige plekken in de wereld de verse lucht die we gebruiken om te ventileren eerst zuiveren.
Op vandaag maakt men meer gebruik van mechanische ventilatie. Dit wil zeggen dat de lucht door een ventilator via een leiding wordt afgezogen en naar buiten wordt afgevoerd. De verse lucht komt dan via rooster het huis binnen. Deze roosters zijn vaak in raamkozijnen aangebracht maar het kan ook in de buitenmuren aangebracht zijn. In de winter als het erg koud wordt zorgt de koude (ventilatie)lucht een onbehaaglijk gevoel in huis. Mensen sluiten dan de roosters af, hierdoor komt er geen verse lucht de woning binnen. De luchtkwaliteit kan slecht worden. Dit kan gevaar opleveren, zelfs zo gevaarlijk dat mensen kunnen overlijden. Een goede oplossing hiervoor is een balansventilatie. Deze voert de vuile lucht af en voert voorverwarmde verse lucht weer toe.
Bij een verversing door de buitenlucht binnen te blazen, wordt verse lucht met behulp van ventilatoren in de woning gepompt langs aanvoeropeningen in leefruimten en slaapkamers. De vervuildelucht wordt zo gedwongen om de woning via de afvoeropeningen in de ruimten zoals keuken, wasruimten en toilet/badkamer te verlaten. De afvoeropeningen monden uit in een kanaal dat boven de nok van het dak uitsteekt. dit wordt niet meer toegepast, het is te duur in aanleg, en het rendement te laag.
Bij een verversing door de lucht af te zuigen. Hiedoor zal de vervuilde lucht via afvoerroosters in toiletten, badkamers, berging en keuken uit de woning worden weggezogen. Door de onderdruk die hierdoor gecreƫerd wordt, wordt verse lucht via raamroosters de overige ruimten van de woning binnengebracht, slaapkamers, woonkamer. Intern in de woning wordt de lucht tussen de kamers getransporteerd via roosters in deuren, of via een opening onder de deuren. deze methode zie je nog veel.