Bezittelijk voornaamwoord

> Bekijk onderstaande theorie over het bezittelijk voornaamwoord.
> Maak daarna oefening 1 t/m 4.
> Klaar? Ga dan voc 3.1 t/m 3.5 leren. Alles F>N. Leren mag met WRTS.

 

Bezittelijk voornaamwoord

Het bezittelijk voornaamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord dat erachter staat.

 

Ma, ta en sa worden mon, ton en son als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk is of met een stomme h of klinker begint.

Mijn vriendin gaat op vakantie.

Mon amie va en vacances.

 

Voorbeeld 1

Ik ben in de Alpen geweest met mijn familie.

J‘ai été dans les Alpes, avec …… famille.

 

Familie is vrouwelijk, het is la famille.

Dus mijn, vrouwelijk --> ma

J’ai été dans les Alpes, avec ma famille.

 

Voorbeeld 2

Jouw opa heeft een chalet gehuurd.

…… grand-père a loué un chalet.

 

Opa is mannelijk, het is le grand-père.

Dus jouw, mannelijk --> ton

Ton grand-père a loué un chalet.

 

Voorbeeld 3

Céline heeft een prijs gewonnen met de skiwedstrijd. Het is haar prijs.

Céline a gagné un prix avec le concours de ski. C’est …… prix.

 

Prijs is mannelijk, het is le prix.

Dus haar, mannelijk --> son

Céline a gagné un prix avec le concours de ski. C’est son prix.

Laat je niet in de war brengen door “haar”, waardoor je sa kiest. Het gaat altijd om het zelfstandig naamwoord dat achter het zelfstandig naamwoord staat. Dus in dit voorbeeld: le prix.

 

Voorbeeld 4

Saint-Tropez is bekend om haar zandstranden.

Saint-Tropez est connue pour …… plages de sable.

 

Plage is vrouwelijk, het is la plage.

Maar let op, het is meervoud!

Dus haar, meervoud --> ses

Saint-Tropez est connue pour ses plages de sable.

 

Voorbeeld 5

Onze haven met zijn mooie jachten.

…… port avec …… beaux yachts.

 

Haven is mannelijk, het is le port.

Dus onze, mannelijk --> notre.

Jacht is mannelijk, het is le yacht.

Maar let op, het is meervoud!

Dus zijn, meervoud --> ses

Notre port avec ses beaux yachts.