Hoofdstuk 11 Variabele kostencalculatie

Opgave 1

I. Onjuist

II. Juist

III. Juist

 

Opgave 2

I.                 In de kostprijs worden alleen de variabele kosten opgenomen. De constante kosten gaan als periodekosten naar de winstberekening en worden niet in de kostprijs opgenomen. De dekkingsbijdrage moet wel voldoende zijn om de constante kosten te dekken.

 

Opgave 3

      I.         (€ 150.000 / 10.000) + (€ 50.000 / 10.000) = € 20

     II.         € 20 + (€ 20.000 / 10.000) + (€ 5.000 / 10.000) = € 22,50

  III.         Verkoopprijs = kostprijs + 50% × kostprijs = € 22,50 + 50% × € 22,50 = € 33,75

  IV.         (€ 33,75 – € 22,50) / € 33,75 × 100% = 33,33%

 

Opgave 4

      I.         9.000 × (€ 33,75 – € 22,50) = € 101.250

     II.         Bezettingsresultaat = (W – N) × C = (9.000 – 10.000) × (€ 15 + € 2) = – € 17.000 (negatief)

  III.         Negatief bezettingsresultaat, omdat de normale bezetting en verkoop niet gehaald zijn, 9.000 in plaats van 10.000. Er zijn dus te weinig constante kosten in rekening gebracht.

  IV.         Resultaat = verkoopresultaat + bezettingsresultaat = € 101.250 – € 17.000 = € 84.250