Hoofdstuk 8
Voor dit hoofdstuk zijn een aantal leerdoelen vastgesteld. Na het maken van deze opdrachten ben je in staat om:
- Een budget berekenen voor een industrieel bedrijf
- Onderscheid kunnen maken tussen een vast, variabel en gemengd budget
- Het berekenen van een vast, variabel en gemengd budget
- Het budget resultaat berekenen
- Het bezettingsresultaat te berekenen
Opgave 1
Een logistiek bedrijf heeft een gemengd budget voor reclame en promotie. Het bedrijf geeft elke maand 2% van de omzet uit aan advertentiekosten. Daarnaast besteedt het bedrijf een vast bedrag van € 1.000 per maand aan advertentiekosten. De begrote omzet voor januari bedraagt € 80.000. De begrote omzet voor februari bedraagt € 90.000.
I. Bereken het budget voor de maand januari.
II. Bereken het budget voor de maand februari.
Opgave 2
Bij het vaststellen van het variabel budget voor een productieafdeling van een fabriek van vliegtuigonderdelen wordt de tabel hieronder gebruikt.
Aantal machine uren Budget
4.000 € 28.000
6.000 € 45.000
8.000 € 64.000
10.000 € 85.000
I. Bereken de kosten per machine-uur bij 4.000, 6.000, 8.000 en 10.000 machine-uren.
Opgave 3
De productieafdeling van een bandenfabriek krijgt maandelijks een gemengd budget. Het variabele deel van de kosten van het begrote budget is gebaseerd op het aantal arbeidsuren. Het vaste deel van de kosten is gebaseerd op een vast bedrag per maand en op het normale aantal arbeidsuren. De begrote constante kosten bij een normale bezetting zijn € 288.000 per jaar. De begrote proportioneel variabele kosten zijn € 23.400 per jaar. Het verwachte aantal arbeidsuren voor het komend jaar is 3.900. Het normale aantal arbeidsuren is 3.750.
I. Hoeveel bedraagt het vaste budget voor de maand april?
II. Hoeveel bedraagt het variabele deel van het budget voor april?
III. Hoeveel bedraagt het totale budget voor de maand april?
IV. Wat is het budgettarief voor 1 arbeidsuur?
V. Bereken met behulp van het budgettarief voor 1 arbeidsuur het budget voor de maand april.
Aantal machine uren Budget
4.000 € 28.000
6.000 € 45.000
8.000 € 64.000
10.000 € 85.000
Opgave 4
Een meubelfabriek stelt maandelijks gemengde budgetten vast op basis van het aantal arbeidsuren. De constante kosten voor de fabricage van meubels zijn € 360.000 per jaar. De proportioneel variabele kosten bij een normale bezetting zijn € 150.000 per jaar. De normale bezetting is 12.000 productie-uren per jaar. De begrote bezetting voor dit jaar is 13.000 productie-uren. Deze uren zijn gelijkmatig over het jaar verspreid. In de maand augustus zijn in totaal 1.050 uur aan de fabricage van meubels besteed.
I. Bereken het budgettarief per uur.
II. Wat is het budget voor de maand augustus?
III. Bereken het bezettingsresultaat voor de maand augustus. De werkelijke kosten in de maand augustus bedroegen € 45.000. Dit is veroorzaakt doordat de variabele kosten hoger uitkwamen dan gebudgetteerd.
IV. Hoeveel bedraagt het budgetresultaat?
V. Hoeveel hoger zijn de variabele kosten dan gebudgetteerd?