Nu hebben we alle onderwerpen behandeld die voorkomen in hoofdstuk 11. Nu is het tijd om de opdrachten te maken die behoren bij hoofdstuk 11. Ben je klaar met het maken van de opdrachten dan kun je via de uitwerkingen jezelf gaan controleren. Vind je het nog lastig? Bekijk dan weer het powerpoint of pak de theorie erbij!
De leerdoelen zijn als volgt:
Opgave 1
Onderneming Bas produceert het product MIRAK
De constante fabricagekosten bedragen € 200.000, -
De variabele fabricagekosten zijn € 10,- pers stuk
De constante verkoopkosten bedragen € 80.000, -
De variabele verkoopkosten bedragen van € 3,-
De verkoopprijs van een MIRAK bedraagt € 22,-
De begrote afzet is 160.000 stuks. De begrote productie is 165.000 stuks.
De normale productie en afzet is 155.000 stuk.
Bereken voorcalculatorische winst volgens het principe van de variabele kostencalculatie. (DC)
Opgave 2
Onderneming VP50 BV maakt gebruikt van de methode van direct costing. De kostprijs van het product Like is als volgt:
Het machine uurtarief is opgedeeld in:
Over de maand mei 2017 zijn de volgende gegevens bekend:
Journaliseer de gegevens over de maand mei 2015
Opgave 3
EKO bv produceert het product Agiyo. De volgende gegevens zijn bekend: De normale productie en afzet bedragen 42.000 eenheden. In 2019 verwacht de onderneming 36.000 eenheden af te zetten. Men besluit in 2019 45.000 stuks te produceren.
Het verwachte resultaat over 2019:
Opbrengst verkopen € 4.500.000, -
Kostprijs van de verkopen € 4.000.000, - -
Verkoopresultaat € 500.000, -
Bezettingsresultaten
AC- Winst € 513.500, -
A) wat is de verkoopprijs per stuk
B) wat is de totale vaste productiekosten
C) wat is de vaste verkoopkosten per eenheid
D) wat is de variabele kosten per stuk
E) Wat is de winst volgens de dc-methode
Opgave 4
Bedrijf |
Verkoopprijs per eenheid |
Variabele kosten |
Productie en afzet per stuk |
Totale dekkings- bijdrage |
Totale vaste kosten |
Nettowinst of verlies |
DB |
€ 65 |
€ 30 |
60.000 |
€ …………. |
€ …………. |
€ 100.000 - |
FET |
€ 20 |
€ .. |
150.000 |
€ 1.800.000 |
€ 800.000 |
€ ……….. |
AT |
€ …. |
€ 10 |
45.000 |
€ 1.125.000 |
€ 233.000 |
€ ……….. |
SY |
€ 7 |
€ 3 |
…………. |
€ 488.000 |
€ ………… |
€ 2.000 - |
MB |
€ 40 |
20 |
60.000 |
€ ………….. |
€ 590.000 |
€ ………. |
Vul per bedrijf de ontbrekende gegevens in.