Enige historie.

Een anker is een onmisbaar item aan boord.
Niet alleen kan het het laatste redmiddel zijn, en daarom verplicht, het is ook een manier om het schip stil te leggen zonder gebruik te maken van een dure haven.



In sommige havens heeft men gewoon niet genoeg kaderuimte en wordt gebruik gemaakt van lichters om schepen te laden en te lossen, zoals hierin de haven van Hongkong.
Uiteraard lig je dan ook ten anker.
Heel vroeger, lees Romeinse tijd / Oude Grieken, was een anker niet veel meer dan een grote kei met een touw er aan.

Het voldeed goed mits het schip niet te groot was t.o.v. de kei en er niet teveel stroming of deining stond.
Een grotere kei was een optie, maar had ook zijn grenzen omdat een kei met het formaat van een hunebedsteen uiteraard niet meer te handelen was.

Oud als dit soort ankers mogen lijken, ze worden vandaag nog steeds toegepast.

Vaarwegmarkeringen (boeien) worden nog steeds aan de zeebodem verankerd d.m.v. betonblokken.
(En bij uitzonderlijk slecht weer willen ze dan ook nog wel eens verplaatsen.)
In jachthavens rond de Middelandse Zee is het een nog veel gebruikte methode om het achteranker uit te zetten.

De Romeinen beseften al gauw dat het steenanker niet ideaal was en ontwikkelden een primitieve vorm van wat wij nu kennen als een stokanker.

Een houten anker, aan de uiteinden verzwaard met ijzer of steen.