Het stokanker is eeuwenlang het anker geweest dat gebruikt werd.
Vrijwel alle zeilschepen uit de Gouden Eeuw hadden zo'n anker.
Het anker was al van ijzer, de stok nog van hout.
Het voordeel van een stokanker is de uitstekende houdkracht; door de stok wordt het anker altijd zo gedraaid dat één van de vloeien zich ingraaft.
Nadelen zijn dat zich altijd maar één vloei ingraaft, wat de houdkracht weer negatief beinvloedt, en de grootte van het anker, wat het (zeevast) opbergen ervan bemoeilijkt.
Vaak hangen/hingen ze gewoon los voor de kop met het gevaar dat de vloeien tgv de golven de boeg beschadigden of werde ze met touwen tegen de boegspriet of de huid aan gesjord.
Een onhandige methode en dus werd er doorgezocht naar alternatieven.