Bepalen van de ankerpositie

Het eerste dat we moeten doen, als er geen plek aangegeven wordt door de walbegeleiding, is de plaats bepalen waar we willen ankeren.

Houdt er bijvoorbeeld rekening mee dat je twee keer de lengte van je ketting moet rekenen + de lengte van het schip als draaicirkel.

 

Wanneer we na het ankeren met oostenwind/westelijke stroom in de positie komen aan het einde van de blauwe pijl kunnen we alle ruimte hebben.


Maar als de stroom of de wind draait moeten hebben we de gehele cirkel nodig aan vrije ruimte om te kunnen draaien.

Daar mogen geen obstakels als boeien, bakens, ondieptes of andere geankerde schepen op liggen.

Dat kan een uitdaging zijn

Eastern Anchorage Singapore.

Het tweede is bepalen wat voor bodemsoort er is.
Dit staat in de kaart aangegeven.
De bodemsoorten worden aangegeven met afkortingen.
Zo is rotsbodem aangegeven met R, een zandbodem met een S en een bodem dat vooral uit schelpen bestaat met Sh (Shells).



Alle bodemsoorten in zeekaarten kunnen gevonden worden in sectie J van  Symbols and Abbreviations (chart 5011) .
Elke bodemsoort heeft zijn voor- en nadelen.
Kleigrond geeft uitstekende houdkracht maar het anker kan er soms moeilijk uit komen en de ketting is waarschijnlijk bijzonder vies.
Rots heeft alleen houdkracht als het anker achter een paar keien grip weet te vinden, maar is uiteraard wel schone grond.