Structuur

Structuur is het magische woord

Structuur is echt het magische woord voor leerlingen in het praktijkonderwijs. Om een taak goed te kunnen volbrengen is structuur een vereiste (Bruininks,1996).

Volgens de Boer (2006) is structuur de manier waarop een geheel is opgebouwd, vooral bij leerlingen in het praktijkonderwijs is structuur dat gene wat hen houvast biedt. Wat er voor zorgt dat leerlingen weten wat het te wachten staat zodat ze zich volledig kunnen richten op het werk. Structuur kan worden gezien als de handelingen die een leerling vanzelf doet. Alleen niet bij alle leerlingen gaan deze handelingen vanzelf. Hierbij hebben leerlingen de leerkracht nodig die ze helpt en begeleidt in de stappen die de leerlingen nodig hebben. Bij de leerlingen die niet uit zichzelf voldoende structuur kunnen toepassen, heerst onvoldoende rust en is er geen overzicht (Autismesteunpunt, 2012).

Veel leerlingen in het praktijkonderwijs hebben dus behoefte aan structuur, Timmerman (2002) omschrijft deze leerlingen als leerlingen die het vermogen missen om uit zichzelf structuur aan te brengen. Deze leerlingen hebben vooral structuur nodig vanuit de leerkracht. Het is dus belangrijk om als leerkracht een structuur aan te bieden die voorspelbaar is, waarin leerlingen zich veilig voelen en waar zij zich kunnen ontwikkelen. Maar hoe kan je nou structuur aanbieden? In de onderstaande video is te zien hoe je orde kan houden door structuur aan te bieden.

 

https://www.leraar24.nl/51229/orde-houden-in-speciaal-onderwijs-door-structuur-te-bieden/

 

De taakgerichtheid van de leerlingen verhogen vraagt dus om structuur. Het gebruik van visuele ondersteuning is noodzakelijk voor structuur behoevende leerlingen (Furman, 2006).

Vaste stappen aan de hand van een spoorboekje kan de leerlingen helpen om zelfstandig werken op te delen in kleine behapbare stukken (Timmerman, 2002). Als de leerling weet wat er van hem verwacht wordt en als dit duidelijk wordt verteld en visueel aanwezig is op het bord, dan gaat de leerling veel gerichter te werk. Dit komt omdat de eis en de voorwaarde duidelijk bekend zijn, tevens zal dit rust opleveren bij de leerling (Timmerman, 2002).

Wij raden het aan om een spoorboekje  (via je digibord of whiteboard) te gebruiken. De leerling weet op deze manier wat er in de les verwacht wordt van hem en is het doel duidelijk wat behaald moet worden aan het einde van de les. Het spoorboekje maak je door op je bord links of rechts in de hoek op te schrijven wat de bedoeling is van de les en hoe deze les zal verlopen. Ook zet je in je spoorboekje neer wat het eventuele doel is van deze les.

Of een tabel:

Nummer

Tijd

Activiteit

Werkvorm

1

5 minuten

Les openen absentie afnemen

wij

2

5 minuten

Huiswerktoets

Jij

3

5 minuten

Nakijken toets

Jullie

4

5 minuten

Bespreken toets

Wij

5

15 min

Nieuwe informatie over …

Ik

Etc.

 

 

 

(Voorbeelden spoorboekje)