Plaats maatvoeringen niet in componenten of op het bord, maar aan de rand van de tekening. En zorg dat er witruimte omheen zit.
Kies 1 manier van maatvoeren. Of losse maten, of aan elkaar gekoppelde maatlijnen. Maar gebruik ze niet door elkaar.
Zorg ervoor dat alle maten afgerond zijn op 10-tallen. Pas zo nodig de positie van de componenten aan om de afmetingen goed te krijgen. Meet altijd vanuit de hartlijnen van de componenten.
Zorg ervoor dat alles binnen het kader valt. Zorg voor een nette spreiding over de pagina en zorg ervoor dat er geen lijnen door elkaar lopen.
Vergeet naast maatvoeringen niet om de volgende opmerkingen op de tekeningen te plaatsen:
Schakelcodes waarmee je aangeeft welke schakelaar welke lamp schakelt
Groepscoderingen, geeft aan op welke groep en verdeelkast een onderdeel zit aangesloten (hoeft pas als je gebruik gaat maken van groepenkasten)
Leidingdoorsnedes bij installatie tekeningen, geeft aan of het bijvoorbeeld aan of het 15mm of 22mm buis is.
Controleer of het system type van een leiding goed is ingesteld (dit is de kleur die aangeeft of bij bijvoorbeeld warm of koud water is)