3.10 Verbranding

Bij verbrandingsreacties denk je al snel aan vuurverschijnselen. Maar er zijn ook verbrandingsreacties die zonder vuurverschijnselen verlopen. Zo moet een wielrenner voedsel verbranden om een topprestatie te kunnen leveren. Bij het verbranden van waterstof hoor je vaak alleen een luide knal. Ongeacht de verschijnselen zijn er drie voorwaarden voor het verlopen van een verbrandingsreactie:

De branddriehoek met de drie voorwaarden voor verbranding

 

Het bestrijden van een brand

Verbrandingsreacties ken je van grote bosbranden, die regelmatig in het nieuws zijn. Het bestrijden van dit soort branden gebeurt vaak door te blussen met water. Het water verlaagt daarbij de temperatuur en doordat het water verdampt, verdrijft het ook nog eens de zuurstof. Bij veel branden is het blussen met water zeer effectief, maar niet alle branden kun je met water bestrijden. Bij een frituurbrand is het zelfs gevaarlijk om met water te blussen, omdat hierbij een steekvlam kan optreden.

Bij alle vormen van brandbestrijding is het belangrijk om één of meerdere van de drie voorwaarden voor het optreden van een brand weg te nemen.

Bekijk het volgende filmpje:

Brand https://www.youtube.com/watch?v=hwn0TIX_rfI

Volledige en onvolledige verbranding

Veel brandbare stoffen bevatten de atoomsoort koolstof. Als bij een verbranding alle koolstof die de brandstof bevat wordt omgezet in koolstofdioxide noem je dit een volledige verbranding. Bij een volledige verbranding is er genoeg zuurstof aanwezig om CO2 te vormen.

Wanneer er te weinig zuurstof aanwezig is, ontstaan koolstof (roet, C) en koolstofmono-oxide (CO). Koolstof is een zwarte vaste stof die bij hoge temperatuur geel opgloeit. Hierdoor kleurt de vlam geel, goed te zien bij een kaars of een brander met dichte luchttoever. Inademen van roetdeeltjes in de lucht ('fijnstof') is schadelijk voor je longen.

Koolstofmonoxide, een kleurloos, geurloos en zeer giftig gas, ontstaat onder andere in slecht functionerende verwarmingsinstallaties. De verbrandingsproducten koolstof en koolstofmono-oxide zijn zelf ook nog brandbaar. Daarom spreek je hier van onvolledige verbranding, een verbranding met te weinig zuurstof. Koolstofmonoxide is erg gevaarlijk:

 

Het is daarom belangrijk dat je in huis een koolstofmonoxide hebt hangen en dat de CV-ketel regelmatig gecontroleerd wordt. Bij het gebruik van een open haard is het belangrijk dat er voldoende toevoer is van lucht met voldoende zuurstof.

Wat is koolstofmonoxide? En waarom is het gevaarlijk? https://www.youtube.com/watch?v=IEf2u1vGd0w

Opdracht: In onderstaande situaties wordt steeds een brand geblust. Bij het blussen van een brand neem je één van voorwaarden uit de branddriehoek weg. Geef bij ieder voorbeeld aan welke van de drie voorwaarden voor verbranding wordt weggenomen. Schrijf de antwoorden in je schrift.

a. Een brandende lucifer wordt uitgeblazen.

b. Bij het verlaten van een kampplaats wordt het kampvuur gedoofd door er zand over te werpen.

c. Door kortsluiting in een elektriciteitshuisje is brand ontstaan. De brandweer blust met schuim.

d. Brandweermannen doven een brandende oliebron door vlakbij een lading dynamiet te laten ontploffen.

e. De brandweer spuit water op de huizen naast een brandend huis.

f. Tijdens het frituren is de vlam in de pan geslagen. Je doet direct een deksel op de pan en draait het gas uit.

Je kunt nu de opdrachten nakijken. De antwoorden kun je verderop vinden onder het kopje 'Antwoorden'.