1.3 Smeltpunt en kookpunt

Je ziet direct het verschil tussen water en suiker. Water is vloeibaar en suiker is bij kamertemperatuur (25oC) vast. De fase van een stof bij kamertemperatuur is hier voldoende om de stoffen te onderscheiden.

De fase van een stof hangt af van de temperatuur. Water is beneden 0oC vast en wordt bij 00C vloeibaar, het smeltpunt van water. Bij 100oC wordt water gasvormig, dit is het kookpunt van water. Alcohol bijvoorbeeld heeft een smeltpunt van -114oC en een kookpunt van 78oC.

Smeltpunt en kookpunt zijn kenmerkend voor een stof. Deze stofeigenschappen zijn geschikter om stoffen te herkennen dan hun fase. De fase van een stof kan veranderen en is daarom géén stofeigenschappen, een smeltpunt of kookpunt van een stof verandert niet en is daarom wél een stofeigenschap.

Een stof kan voorkomen in drie verschillende fasen:

Opdracht: In de tabel hieronder staan het smeltpunt en het kookpunt van een aantal stoffen. Bepaal voor elke stof de fase bij kamertemperatuur (25oC). Schrijf de antwoorden op in je schrift.