1.8 Moleculen

Door het vele onderzoek dat de afgelopen eeuwen is uitgevoerd, is bekend dat de kleinste deeltjes waaruit de meeste stoffen bestaan moleculen zijn. Als je op microniveau naar de zuivere stof koolstofdioxide kijkt, dan zijn de bouwstenen van die stof koolstofdioxide moleculen. De zuivere stof water bestaat alleen maar uit watermoleculen. Een zuivere stof bestaat dus uit allemaal dezelfde deeltjes.

De eigenschappen van een molecuul zijn anders dan die van de bijbehorende stof.

De stof water heeft een kookpunt van 100oC, maar één enkel watermolecuul heeft geen kookpunt. Van een stof kun je aangeven in welke fase deze zich bevindt, maar van één los molecuul kan dat niet.

Je hebt eerder geleerd dat een stof in drie verschillende fasen kan voorkomen. Nu je weet dat de meeste stoffen zijn opgebouwd uit moleculen, kun je deze fasen weergeven met behulp van een schematische tekening.

In de afbeelding hieronder zie je op microniveau wat de verschillende fasen inhouden. Hierbij zijn de moleculen vereenvoudigd weergegeven als bolletjes.

In de scheikunde schakel je voortdurend tussen het macroniveau en het microniveau. Je beschrijft op microniveau wat de fasen inhouden, maar je gebruikt de waarnemingen op macroniveau.

In de eerst afbeelding zie je een vaste stof. De moleculen zijn netjes dichtbij elkaar gestapeld, je noemt deze stapeling in een vaste stof een rooster. Bij een vaste stoffen trillen de moleculen wel, maar blijven op hun plaats. Als je de stof verwarmt, gaan de moleculen door de toegevoegde warmte steeds harder trillen.

Bij een bepaalde temperatuur, het smeltpunt van de stof, is de trilling van de moleculen zo sterk dat het rooster wordt verbroken. Er ontstaat een vloeistof. De molecueln blijven nog wel bij elkaar, maar bewegen zich nu langs elkaar door de vloeistof, zoals in de tweede afbeelding.

Wanneer de temperatuur nog verder stijgt, wordt de beweging van de moleculen steeds sterken en bij het kookpunt van de stof komen de moleculen helemaal los van elkaar, er ontstaat een gas. De moleculen bewegen nu op grote afstand van elkaar, zoals te zien is in de derde afbeelding.