Een mengsel bestaat uit twee of meer stoffen. Voorbeelden van mengsels met een vloeistof zijn thee en sinaasappelsap. Thee is een oplossing. Een oplossing is een helder mengsel van een stof in een vloeistof. In een oplossing is de opgeloste stof zo fijn verdeeld dat de vloeistof helder en doorzichtig is. Andere voorbeelden van oplossingen zijn drinkwater, cola, appelsap en brandspiritus.
Sinaasappelsap is een suspensie. Een suspensie is een troebel mengsel van een vaste stof in een vloeistof. Door een suspensie kun je niet heen kijken, de deeltjes in de vloeistof zijn te groot om het licht door te laten. Vaak zijn de deeltjes zo groot dat ze naar de bodem zakken. Daarom moet je sinaasappelsap voor gebruik schudden. Andere voorbeelden van suspensies zijn modderwater en vloeibaar schuurmiddel.
Thee is een geelgekleurde oplossing en suikerwater in een kleurloze oplossing. Een suspensie is nooit kleurloos, maar altijd gekleurd of wit.
Niet elke troebele vloeistof is een suspensie. Zonnebrandcreme bijvoorbeeld is vloeibaar vet met water gemengd. Vet mengt pas met water als je een hulpstof gebruikt, een emulgator. De waterdeeltjes in het vet zijn zo groot dat de vloeistof troebel is, net als bij een suspensie. Een troebel mengsel van twee vloeistoffen heet een emulsie.
Als benzine op water drijft, kun je afwasmiddel op het water spuiten. Dan mengt de olie wel met het water, het afwasmiddel is de emulgator. Zonder emulgator zal een emulsie snel weer ontmengen. Door verschil in dichtheid zie je de twee vloeistoffen boven elkaar, er vormt zich dan een tweelagensysteem. In de afbeelding hieronder is dat te zien:
Bij een suspensie en een emulsie is er sprake van mengsels waarbij stoffen niet tot in de kleinste deeltjes zijn gemengd. De mengsels zijn daardoor troebel. Andere voorbeelden van mengsels waar je niet doorheen kunt kijken zijn:
Gassen mengen altijd tot één gasfase. Een mengsel van gassen is dus altijd doorzichtig. Een mengsel van twee vaste fasen komt ook voor, denk bijvoorbeeld aan kiezels in beton. Ook hier zijn de afzonderlijke stoffen nog te herkennen.