1.4 Faseovergangen

Als je water verwarmt, wordt het waterdamp. Als je water afkoelt, wordt het ijs. Stoffen kunnen van de ene fase in de andere overgaan door de stof te verwarmen of af te koelen. In de fasedriehoek (afbeelding hieronder) zie je dat elke faseovergang een eigen naam heeft. Het is belangrijk dat je de namen van de faseovergangen goed kent.

Een toestandsaanduiding geeft aan in welke fase een stof zich bevindt. Een vaste stof wordt aangeduid met de letter s, afgeleid van solid. Een vloeistof wordt aangeduid met de letter l, afgeleid van liquid. Een gas wordt aangeduid met de letter g, afgeleid van gas. 

Hieronder een voorbeeld met de verschillende toestandsaanduidingen van water:

Als water verdampt, gaat het dus van de vloeibare fase naar de gasvormige fase. Dit kun je als volgt in een schema weergeven: water (l) → water (g)