Door de ontdekkinsreizigers wisten de mensen dat de aarde veel groter was dan ze tot die tijd hadden gedacht. Ook maakten ze kennis met andere volken die op een andere manier leefden. Geleerden ontdekten dat niet alles wat in de bijbel stond klopte. Deze waren verdeeld in twee groepen: humanisten en protestanen.
Tot het jaar 1500 konden alleen geestelijken de bijbel lezen, omdat deze in het Latijn was geschreven. In de nieuwe tijd gingen humanisten weer boeken uit de Tijd van de Grieken en Romeinen bestuderen. Ze vergeleken oude Griekse teksten en zagen dat niet alles juist vertaald was. Ze ontdekten ook dat de kerk veel regels voorschreef die helemaal niet in de bijbel staan. Belangrijk: Humanisten willen vaak alleen de kerk verbeteren, niet verlaten.
