Het E-klimaat, het poolklimaat, bevindt zich zoals je misschien al verwachtte rond de polen. Dit zie je goed terug op de kaart.
Kenmerken:
Er zijn drie soorten E-klimaten, namelijk:
1. Het toendraklimaat is het klimaat zoals dat heerst op de toendra en andere klimatologisch gelijksoortige gebieden. Köppen noemt het toendraklimaat het ET-klimaat. Het toendraklimaat komt onder anderen voor in Alaska (VS), Canada, Groenland, Noorwegen, Zweden, Finland en Rusland. Ook Antarctica heeft voor een deel toendraklimaat.
Het toendraklimaat heeft volgens het systeem van Köppen de volgende kenmerken:
2. Het ijsklimaat is het klimaat zoals dat heerst op de noordpool en de zuidpool. Köppen noemt het ijsklimaat ook wel het EF-klimaat.
Het ijsklimaat heeft volgens het systeem van Köppen de volgende kenmerken:
3. Het hooggebergteklimaat is het EH-klimaat in de klimaatclassificatie van Köppen. Het valt onder het poolklimaat of E-klimaat. Het hooggebergteklimaat komt voor in hooggebergten, zoals de Alpen en de Himalaya. Het is er het hele jaar ijskoud. De grond is er vaak het hele jaar bevroren. Dat noemen we permafrost. De temperatuur is er altijd onder de 0°C.
Dit klimaattype kent veel neerslag, voornamelijk in de vorm van sneeuw. Ook zijn de temperatuurverschillen vaak zeer groot. Een bergwandeling in een vriendelijk zonnetje kan veranderen in een nachtmerrie als het weer plotseling omslaat en de temperatuur tot beneden het vriespunt daalt.