In een snackbar heb je allerlei hulpmiddelen nodig.
Om patat en snacks te kunnen bakken is een
frituurinstallatie nodig. Er is een kassa nodig om af
te rekenen en een vrieskast om kroketten en
hamburgers te bewaren. Al deze hulpmiddelen heeft
Henk moeten kopen om te kunnen produceren. Deze hulpmiddelen noemen we
kapitaalgoederen. Henk heeft arbeid en
kapitaalgoederen nodig om een snackbar te draaien.
Arbeid en kapitaalgoederen zijn productiefactoren.