Homologie en analogie

Als je de bouw (lichamelijk of scheikundig) van verschillende organismen gaat vergelijken, kom je vaak overeenkomsten tegen.

Een nieuw bouwplan ontstaat door veranderingen in genotype. De belangrijkste veroorzaker van een verandering in genotype is mutatie. Mutaties zijn erg zeldzaam.

Het is dus zeer onwaarschijnlijk dat eenzelfde mutatie meerdere keren heeft plaatsgevonden bij verschillende soorten en tot eenzelfde bouw heeft geleid.

Het is veel waarschijnlijker dat een mutatie één keer bij een voorouderlijke soort heeft plaatsgevonden en dat deze mutatie is doorgegeven aan de afstammelingen van deze voorouder.

Een overeenkomst in bouw tussen verschillende soorten, die het gevolg is van gezamenlijk voorouderschap, noem je een homologie.

Voorbeelden van lichamelijke homologieën bij dieren zijn ‘de kieuwspleten en staart van de embryo’ en ‘de rangschikking van botten in de voorste ledematen’.

Een scheikundige homologie is bijvoorbeeld DNA. Alle organismen op aarde (zonder uitzonderingen)  gebruiken DNA als drager voor erfelijke informatie. De basenvolgorde van bepaalde genen komt bij veel verschillende soorten overeen.