Voedselbederf

Voedingsmiddelen bestaan vaak uit organische stoffen waar bacteriën en schimmels zich mee kunnen voeden.

Als de leefomstandigheden gunstig (warm, vochtig, voldoende voedsel, enz.) zijn, kunnen bacteriën en schimmels op of in voedingsmiddelen zich snel voortplanten.

Voedingsmiddelen waar ongewenste (aantallen) bacteriën en schimmels op of in groeien, noem je bedorven.

Voedselbederf kan worden tegengegaan door voedingsmiddelen langer houdbaar te maken (conserveren).

Voorbeelden van conserveren zijn verhitten, drogen, inleggen, luchtdicht verpakken en koelen.