Het rijk planten bestaat uit alle meercellige organismen met een celkern in hun cellen die daarnaast een celwand, een grote vacuole en bladgroenkorrels hebben.
Op basis van de volgende kenmerken:
- wortels
- stengels
- bladeren
- voortplanting (sporen of zaden)
worden planten onderverdeeld in vier stammen, namelijk mossen, paardenstaarten, varens en zaadplanten.
De levenscyclus van een plant bestaat uit twee stadia: een gametenvormend stadium en een sporenvormend stadium. Gameten zijn geslachtscellen, dus ei- en zaadcellen.
Wat wij voor ‘plant’ aanzien is vaak het sporenvormende stadium van een plant, behalve bij mossen, daar is het gametenvormende stadium wat wij voor ‘mos’ aanzien.