Bloedplaatjes

 

De bloedplaatjes ontstaan, net zoals de rode bloedcellen, in het rode beenmerg. De bloedplaatjes zijn kleiner dan rode en witte bloedcellen en hebben geen celkern. Bloedplaatjes worden met een mooi woord trombocyten genoemd. Trombocyten zijn verantwoordelijk voor de stolling van het bloed. Wanneer er een wondje ontstaat omdat je bijvoorbeeld gevallen bent werken bloedplaatjes samen met een aantal andere stoffen in het bloedplasma om het wondje te dichten en zo een korstje te vormen.

 

De stolling van een wondje verloopt in een aantal stappen en start wanneer iemand een wondje krijgt en er een bloeding ontstaat. Wanneer er een wondje ontstaat vindt er op dat deel van de (slag) ader vasoconstrictie plaats. Dit houdt in dat de ader zich samentrekt om zo te zorgen dat er minder bloed door de ader heen kan en zo het bloedverlies minimaal blijft. Wanneer het wondje ontstaat zorgen de trombocyten in samenwerking met fibrinedraden voor een net over het wondje heen. Fibrine is een stof die vrijkomt wanneer trombine en fibrinogeen samenkomen. Deze twee stoffen zitten in het bloedplasma en komen alleen samen als er een wondje ontstaat. Als een patiënt te weinig vitamine K inneemt kan het geen trombine aanmaken waardoor stolling niet mogelijk is. Wanneer Trombocyten en fibrinedraden samenkomen vormen zij een net die de rode bloedcellen vastplakt aan het net. De rode bloedcellen blijven dan plakken tegen het net van trombocyten en fibrine en dit zorgt voor een stolling. Wanneer de stolling in een wondje is opgedroogd noemt men dat een korstje.

 

Fibrine is een van de 13 stollingsfactoren die het stollen van het bloed mogelijk maakt. Wanneer een van die stollingsfactoren niet goed werkt, spreekt men van hemofilie. Dit is een zeldzame erfelijke ziekte waarbij de patiënt niet in staat is om in korte tijd een korstje te vormen. Hierdoor blijft een wondje bloeden en dit kan leiden tot een hypovolemische shock.

Een zeer duidelijke uitleg over bloedplaatjes https://www.youtube.com/watch?v=ffEVKoH9p0g