Waar gaat de film over, wat is de inhoud, het verhaal, het thema, de boodschap?
2. Vormgeving:
Hoe wordt de film vormgegeven door middel van:
A. Filmtechnische vormgeving: vormgeving door middel van filmeigen technieken,camera en montage
B. spel
C. theatervormgeving?
1. Voorstelling
Waar gaat de film over, wat is de inhoud, het verhaal, het thema, de boodschap?
De eerste films eind negentiende eeuw waren puur registrerend, het vastleggen van alles dat kon bewegen. Daarna volgden films met een verhaal, maar eigenlijk was dit meer gefilmd theater. In daarop volgende fasen speelden cameravoering en montage een steeds grotere rol. Hiermee werd de werkelijkheidsbeleving gemanipuleerd. Het verhaal of de betekenis kan ook ontstaan door het verband dat de kijker legt tussen de beelden.
Aan het begin van de twintigste eeuw werd geëxperimenteerd met abstractie (vergelijkbaar met de ontwikkeling in de andere kunsten). Volledig abstracte films worden absolute films genoemd.
De absolute film bestaat uit beelden die niet (meer) refereren aan de werkelijkheid.
Absolute film: Filmstudie [1925], Hans Richter https://www.youtube.com/watch?v=fxIIgnC6bg0
2. Vormgeving:
Hoe wordt de film vormgegeven door middel van:
A. Filmtechnische vormgeving: vormgeving door middel van filmeigen technieken: camera en montage
-neutraalperspectief: het onderwerp wordt op ooghoogte in beeld gebracht
-kikkerperspectief: het onderwerp wordt van onderaf in beeld gebracht
-vogelperspectief: het onderwerp wordt van bovenaf in beeld gebracht
camerabeweging
horizontale, verticale of draaiende beweging van de camera
camera-afstand
Hierbij gaat het om het kader dat de regisseur/cameraman kiest: -close up: vaak een deel van het lichaam, meestal het gezicht; of een voorwerp geïsoleerd uit zijn omgeving -medium-shot: personen worden getoond van hoofd tot middel -long shot: personen ten voeten uit -distant shot: opname van zeer grote afstand, personen of objecten zie je als stipjes
cameraperspectief
Hierbij gaat het om de persoon van waaruit de gebeurtenis wordt geregistreerd:
-objectief: de camera registreert wat er gebeurt. Je ziet de situatie van enige afstand, als toeschouwer, niet als betrokkene -subjectief: de kijker kijkt mee met een van de acteurs, hij ziet wat hij/zij ziet
scherpstelling
De keuze voor het deel van het beeld waarop de camera scherpstelt
zwart-wit/kleur
Hierbij gaat het over keuzes voor contrast en kleurscherpte
Voorbeelden van Kadrering, Camera-Standpunt, Camera-Beweging https://vimeo.com/113605330
2.Montage
Hierbij gaat het om de ordening van opgenomen beeld en geluid. Ook kan het gaan om toevoegingen aan het gefilmde materiaal (bijvoorbeeld: geluiden, beeldmanipulatie, animatie).
Beelden kunnen door de manier waarop ze achter elkaar staan of 'geordend' zijn een bepaalde betekenis krijgen (bijvoorbeeld de montages van Eisenstein of de douchescène uit Psycho). Special effects kunnen, behalve op de set, ook in de montage worden gecreëerd. Denk daarbij aan digitale technieken, zoals de slow motion bij The Matrix.
Making of van een special effect uit The Matrix. https://www.youtube.com/watch?v=bKEcElcTUMk
B. Spel
Spel kent de volgende aspecten:
het lichaam van de acteur
mimiek (gezichtsuitdrukking),
gebaren en bewegingen (zoals het trommelen met de vingers voor een nerveus type, of het
waggelen van een dikke dame)
lichaamshouding (zoals een stijve nek voor een koppig persoon, of het ingezakt zitten van
een sloom figuur)
handeling (roken, neuspeuteren, op het horloge kijken)
Stemgebruik van de acteur
Door middel van het stemgebruik geeft de acteur mede vorm aan zijn personage. Denk hierbij aan:
volume (hard of zacht)
het accent (stads- of streekaccent)
klankkleur (hoog en licht of zwaar en donker).
intonatie (veel of weinig variatie in toonhoogte)
het gebruik van klemtonen
timing (langzaam of snel, pauzes)
veel of weinig emotie in de stem
mise-en-scène
Hiermee bedoelt men het gebruik van het speelvlak door de acteurs, zoals de plaatsing van personages in het speelvlak, de blikrichtingen en het bewegen van de personages ten opzichte van elkaar en ten opzichte van het speelvlak (de looplijnen). Ook het op- en afgaan van de personages hoort tot de mise-en-scène.
speelstijl
Onder speelstijl verstaat men een wijze van spelen, die over het algemeen kenmerkend is voor een bepaald theatergenre zoals melodrama (soap), realisme, absurdisme, slapstick of episch theater. De speelstijl kan ook gekoppeld zijn aan het regieconcept van de regisseur.
Stemgebruik bij acteren. https://www.youtube.com/watch?v=SY-ZdF_xLD4
C. Theatervormgeving:
waarmee, met welke materialen en technieken, wordt de muziekvoorstelling vormgegeven?
Hieronder verstaan we:
decor
Dit is de toneeltoerusting waarmee de plaats van handeling wordt voorgesteld, ook projecties kunnen tot het decor behoren.
kostuum
Onder kostuum verstaat men de kleding die hoort bij het personage en bij de context van het toneelstuk.
grime en hair styling
Dit gaat over de opmaak van het gezicht van de acteurs en hun haardracht: denk hierbij onder andere aan schmink, pruiken en littekens.
rekwisieten
Rekwisieten zijn voorwerpen die in een voorstelling gebruikt worden door de spelers, zoals een pen of een zwaard. Ook stoelen en tafels die op een toneel staan zijn rekwisieten.
attributen
Een attribuut is een speciaal rekwisiet, dat bij een rol hoort, zoals een liniaal voor een strenge juf, een scepter voor een koning, de lier van Apollo, de sleutels van Petrus. Daaraan kun je het personage herkennen.
belichting
Door middel van belichting van de speelplek zorgt men voor zichtbaarheid van wat zich afspeelt, maar ook voor een bepaalde sfeer. Belichting kan de aandacht van het publiek op een bepaalde handeling richten. Denk hierbij aan de kleur en de intensiteit van het licht.
muziek
Theatervoorstellingen kunnen worden begeleid door muziek, die net als belichting, voor een sfeer of bepaalde emotie kan zorgen. Denk aan bombastische muziek om een opschepper te karakteriseren, of minimalistische muziek als ondersteuning van een sterfscène.
geluid en geluidseffecten
Ook door middel van geluid kunnen scènes worden ondersteund of benadrukt. Denk hierbij aan wapengekletter bij vechtscènes of geluidsdecor/soundscapes met zwembadgeluiden om een zwembad te verbeelden.
enscenering
Een regisseur maakt bij het creëren van een theaterstuk keuzes ten aanzien van het geheel van spel van de acteurs en theatervormgeving. Dit noemt men de enscenering.
toneelbeeld
Het toneelbeeld is een ‘still’ uit de voorstelling. Alles wat je ziet op een bepaald moment van het stuk hoort bij het toneelbeeld: het decor, de rekwisieten, de belichting en de positie van de acteurs daarin.
Hoe maak je geluidseffecten bij film: geluidseffectenkunstenaar Mel Kutbay https://www.youtube.com/watch?v=bOCadFGhDEM