LES 2: objectief en subjectief waarnemen

 
Subjectief en objectief waarnemen zijn twee verschillende manieren van kijken/luisteren naar bepaalde dingen. Dat kan een persoon zijn een kunstwerk of zelfs een uitgewerkte opdracht. Als je subjectief kijkt geef je je mening er over.
 
Ezelsbruggetjes
1. Een object is in het Engels is een voorwerp, een feit is ook 'een voorwerp',
dus objectief gaat over feiten.
2. Subjectief heeft meer letters dan objectief - Een mening heeft meer letters dan feit.
 
 
#Subjectief
Je kan zeggen of je een kunstwerk/concert/film/... mooi of lelijk vindt. Een subjectieve manier van kijken is een reactie van het objectieve kijken. Je kijkt er dus eerst naar met al je zintuigen en pas daarna geef je je mening erover. Ieder mens heeft bij het bekijken van een beeld zijn persoonlijke associaties.
Factoren als je opvoeding, kennis, ervaringen, leeftijd en geslacht zijn bepalend voor de manier waarop jij kijkt.
 
 
Voorbeeld vogeltje:
Kijk maar eens naar het vogeltje hieronder? Vindt je dit lelijk? Mooi? Gek? Geel? …wat is je eerste gedachte over dit schilderij? Wat zegt je gevoel over dit schilderij? Zijn dit jouw kleuren of heb je dit nooit een mooie kleur gevonden? Weet je het eigenlijk niet? Abstracte kunst is toch immers….tja, wat is het eigenlijk? Sommigen vinden het waarschijnlijk een hoop geklieder en anderen kijken ernaar en weten niet wat ze ervan moeten vinden…
 
Je eerste indruk van een kunstwerk zegt iets over jezelf: je mening en visie op kunst. De betekenis ga je er misschien zelf aan geven. Het verhaal van het schilderij is niet heel duidelijk dus vul je dat zelf in.
 
 
 

# Objectief
Objectief kijken naar iets betekent dat je met je zintuigen kijkt naar dingen. Je kijkt er naar hoe het er eigenlijk letterlijk uitziet. Objectief kijken gaat om het kijken zonder voor- en waardeoordeel, puzzelen om het herkennen van patronen, communiceren om het uitwisselen van informatie en discussiëren om het uitwisselen van meningen.
Denk bijvoorbeeld aan een tafel. Je ziet dat een tafel vier poten heeft, dat die vierkant of misschien wel rond is en dat hij bijvoorbeeld een bepaalde kleur heeft. Je voelt dat die hard is en ruikt misschien ook wel dat die naar hout ruikt. Je geeft er dus géén mening over.
 
 
Voorbeeld vogeltje:
Kijk nog eens naar het vogelltje hierboven:
Voordat je vaststelt wat er is afgebeeld maak je een iconografische beschrijving: je vertelt wat je ziet zonder daar betekenis aan te geven. Het liefst pak je dit gestructureerd aan: beschrijf bijvoorbeeld van links naar rechts of met de klok mee.
 
Vervolgens kun je je gaan afvragen: Wat wil de kunstenaar zeggen met dit bovenstaande schilderij…wat is zijn/haar verhaal? Waarom heeft hij/zij voor deze kleuren gekozen? Die bepaalde vormen? En waarom vormen al die kleine streepjes een soort route? Of betekent het iets anders…
 
Kunst is BeeldTaal. Kunst is een vorm van communicatie van de kunstenaar met zichzelf maar ook met de buitenwereld. Het is een eigen unieke interpretatie van datgene wat de kunstenaar wil communiceren.
 

 
 
Oefening baart kunst
Objectief kijken/luisteren kun je leren. Je hebt daarvoor kennis nodig van begrippen/aspecten van de verschillende disciplines (muziek, Dans, Film, Theater, Beeldende kunst/design en architectuur)
 
Je hebt deze begrippen nodig om feitelijk te kunnen beschrijven wat je waarneemt. We maken hierbij onderscheid tussen:
 
1.Voorstelling/inhoud
2.Vormgeving
3.Theatervormgeving of materiaal en techniek
 
PER DISCIPLINE:
 
BEELDENDE KUNST EN VORMGEVING
1. Voorstelling: wat wordt afgebeeld? Is er een onderwerp, verhaal, thema, boodschap, concept?
2. Vormgeving: hoe wordt de voorstelling afgebeeld/ vormgegeven door middel van beeld? Hoe wordt het gebouw/object/affiche vormgegeven?
3. Materiaal/techniek: waarmee, met welke materialen en technieken, wordt de voorstelling/het gebouw/object/affiche vormgegeven?
 
DRAMA (THEATER)
1. Voorstelling: waar gaat het theaterstuk over, wat is de inhoud, het verhaal, het thema, het concept, de boodschap?
2. Vormgeving: hoe wordt de theatervoorstelling vormgegeven door middel van spel?
3. Theatervormgeving: waarmee, met welke materialen en technieken, wordt de
theatervoorstelling vormgegeven?
 
DANS
1. Voorstelling: waar gaat het dansstuk over: wat is de inhoud, het verhaal, het thema, de boodschap of het concept?
2. Vormgeving: hoe wordt de voorstelling vormgegeven door middel van dans?
3. Theatervormgeving: waarmee, met welke materialen en technieken, wordt de
dansvoorstelling vormgegeven?
 
MUZIEK
1. Voorstelling/concert/muziektheaterstuk: waar gaat het muziekstuk over? Is er een verhaal, een tekst, een buitenmuzikaal gegeven, een sfeer?
2. Vormgeving: hoe wordt de voorstelling/het concert/het muziektheaterstuk vormgegeven door middel van muziek?
3. Theatervormgeving: waarmee, met welke materialen en technieken, wordt de muziekvoorstelling vormgegeven?
 
FILM
1. Voorstelling: waar gaat de film over, wat is de inhoud, het verhaal, het thema, de boodschap?2. Vormgeving: hoe wordt de film vormgegeven door middel van:
a. Filmtechnische vormgeving: vormgeving door middel van filmeigen technieken,
camera en montage
b. spel
c. theatervormgeving?
 

kunstkijken-een-frisse-kijk-op-leren
Een interessant artikel over hoe je naar kunst kunt leren kijken

LES 2: PPT met daarin de lesopdracht