Krachten meten en krachten tekenen

Hoe kun je kracht meten? (3 min)

Hiervoor kun je gebruik maken van een weegschaal of Unster.

De eenheid die krachtmeters aangeven is Newton. De hoeveelheid newton geef je aan met een getal en (N).

 

Als je een voorwerp van 1 kg aan een krachtmeter hangt, geeft die 10 newton aan.

 

Schrijf kort de belangrijkste informatie over het meten van kracht in je leerlingenboekje!

De lengte van de pijl (3 min)

Jan duwt met kracht F1 tegen een kast; Klaas met kracht F2.

Zie de figuur hiernaast. Omdat Klaas twee keer zo hard duwt wordt F2 door een twee keer zo lange pijl weergegeven.

Binnen een figuur met twee of meer krachten geldt in het algemeen dat de verhouding van de pijllengtes gelijk is aan de verhouding van de grootten van de bijbehorende krachten.

Het beginpunt van de pijl, geeft het aangrijpingspunt van de kracht aan. De richting van de pijl geeft de richting van de kracht aan.

 

Schrijf kort de belangrijkste informatie over de lengte van de pijlen in je leerlingenboekje!

Meerdere krachten (5 min)

Soms werken er op een voorwerp meerdere krachten tegelijk.

Als er twee krachten in dezelfde richting werken, mag je de krachten bij elkaar optellen.

Als er krachten in tegengestelde richting werken, mag je de krachten van elkaar aftrekken.

Meerdere krachten

Meerdere krachten

Er werken vier krachten op een blok.

De totale kracht rechts is 180 N + 90 N = 270 N

De totale kracht links is 100 N + 150 N = 250 N

Het resultaat is dat de kracht rechts (270 N) groter is dan de kracht links (250 N) en het blokje zal dus naar rechts bewegen. De totale kracht is 270 N – 250 N = 20 N

 

De resulterende kracht (Fr) of ook wel de netto kracht genoemd ( Fn) is dus de kracht die overblijft. Is de resulterende kracht 0 N, dan blijft het voorwerp op zijn plaats liggen.

Voorbeeld

Iemand duwt tegen een kast. Zie de figuur hiernaast. De kracht van Iwan op de kast wordt in de figuur met een pijl weergegeven. De pijl begint bij het zogenaamde aangrijpingspunt van de kracht. Het aangrijpingspunt is de plaats waar de kracht op het voorwerp werkt en wordt vaak met een dikke stip getekend. De richting van de pijl geeft de richting van de kracht aan. De letter F geeft aan dat de pijl een kracht voorstelt. F is een afkorting van “force” wat kracht betekent.

Wanneer de tegengesrelde krachten even groot zijn, zijn de krachten in evenwicht.

Schrijf kort de belangrijkste informatie over meerdere krachten in je leerlingenboekje!

 

Practicum bungeejumpen

Resultante van meerdere krachten (20 min)

In veel situaties werken er op een voorwerp twee of meer krachten. Van deze krachten gaat een zekere werking uit. Vaak kunnen deze krachten worden vervangen door één enkele nieuwe kracht met dezelfde werking als de oorspronkelijke krachten. Deze kracht noemen we dan de resulterende kracht of resultante en heeft het symbool FR. Bij het vinden van de resulterende kracht moeten de oorspronkelijke krachten worden “samengesteld”.

Voorbeeld: samenstellen van twee krachten met dezelfde werklijn Jan en Piet hebben ieder een touw in handen en trekken hiermee aan een paaltje. Jan trekt met 150 N en Piet met 100 N.

Zie de figuren hiernaast. De getekende krachten werken op het paaltje.

 

In de bovenste figuur trekken Jan en Piet in dezelfde richting. Dat betekent dat beide krachten elkaar versterken. De resulterende kracht op het paaltje kan dan gevonden worden door de twee krachten bij elkaar op te tellen. Dus geldt: FR = 250 N.

Natuurlijk wijst de resulterende kracht op het paaltje naar rechts (net als de oorspronkelijke twee krachten).

 

In de onderste figuur trekken Jan en Piet in tegengestelde richting. Dat betekent dat beide krachten elkaar tegenwerken (verzwakken). De resulterende kracht op het paaltje kan dan gevonden worden door beide krachten van elkaar af te trekken. Dus geldt: FR = 50 N.

De resulterende kracht wijst naar rechts omdat de naar rechts wijzende kracht (150 N) het “wint” van de naar links wijzende kracht (100 N).

 

filmpje:

https://schooltv.nl/video/het-klokhuis-breaking-news-trekkracht/#q=trekkracht (15 min)

Schrijf kort de belangrijkste informatie over resultante van meerdere krachten in je leerlingenboekje!