In turtle hebben we een library geïmporteerd en kennis gemaakt met variabelen. Andere belangrijke onderdelen van programmeren zijn de operatoren en if/else statements.
Nu we de operatoren weer vers in het geheugen hebben, kunnen we er een if statement van maken. Een if statement voert iets uit, als er aan een bepaalde voorwaarde voldaan wordt.
Stel je moet in een spelletje 10 sterren hebben gehaald om naar de volgende level te gaan. Elke keer dat de speler een ster haalt, kijk je of het gehaalde aantal sterren groter of gelijk is aan (>=) 10 sterren, zo ja, dan mag je door naar de volgende level. Die 'zo ja', noemen we if statements
a = 44 b = 250 if b > a: print("b is groter dan a")
In dit if statement kijken we of de variabele b groter is dan variabele a. Als dat het geval is, komt er in beeld te staan b is groter dan a. Wordt er niet aan deze voorwaarde voldaan, dan gebeurt er niets.
Als je, zoals in het voorbeeld hieronder, een if hebt uitgevoerd en de uitkomst is niet wat binnen de if valt (in dit geval is 44 niet groter dan 250) doet het programma niets.
a = 44 b = 250 if a > b: print("b is groter dan a")
Om er voor te zorgen dat je toch weet dat het programma werkt, is het verstandig om een else toe te voegen.
a = 44 b = 250 if a > b: print("b is groter dan a") else: print("b is niet groter dan a")
Else wordt uitgevoerd als het if statement False is. Dus elke andere uitkomst dan a > b valt onder else. Als je in je spelletje nog geen 10 sterren hebt en je had in je if statement aangegeven dat hij verder naar de volgende level moet, zal hij dus stoppen. Echter als je in je else aangeeft dat hij verder moet in dit level, omdat het aantal sterren kleiner is dan 10, zal het spel niet stoppen.
Stel dat je in dat zelfde spel altijd gele sterren verzamelt, maar als de speler een blauwe ster tegen komt gaat hij naar een tussenlevel, dan moet je dit in een tussenstap doen. De speler heeft nu nog geen 10 sterren gehaald (het if statement), maar hij moet ook niet door spelen in dit level (het else statement).
Deze stap tussen if en else noemen we elif. Je kunt maar één if gebruiken en je gebruikt de else voor alle overgebleven mogenlijkheden. Elif is Pythons manier van zeggen "als de vorige condities niet waar zijn, probeer de volgende conditie."
a = 250 b = 44 if b > a: print("b groter dan a") elif a == b: print("a is gelijk aan b") else: print("a is groter dan b")
In het voorbeeld hier boven kijkt het programma of b groter is dan a. Zo niet, dan gaat hij kijken of a gelijk is aan b. Als b niet groter is dan a én a is ook niet gelijk aan b dan is a groter dan b. De code kijkt dus stap voor stap wat er mogenlijk is en als er niets anders mogenlijk is gaat hij naar else.
Anders dan bij if en else mag de elif zo vaak als nodig gebruikt worden.
Aan het einde van deze les heb je: