Als je in de ICT aan het werk wil, heb je vaak te maken met programmeren. Sommige bedrijven vragen je zelfs om eerst een opdracht uit te voeren voor je door bent in je sollicitatieprocedure. Een van de basisopdrachten die programmeurs maken om te kijken of ze een programmeertaal een beetje begrijpen, is het maken van een calculator. Daarom gaan wij dit ook doen.
In dit hoofdstuk gaan we een begin maken met het maken van een calculator. Hierbij stellen we de eis, dat er enkel getallen ingevoerd kunnen worden. Dit kun je instellen met data types. We beginnen we daarom het doornemen van de data types.
Er zijn veel verschillende soorten data types.
Nederlandse benaming | Engelse benaming | Type |
Tekst type | Text Type: | str |
Numeriek type | Numeric Types: | int, float, complex |
Reeks types | Sequence Types: | list, tuple, range |
Map types | Mapping Type: | dict |
Vast gestelde types | Set Types: | set, frozenset |
Boolean type | Boolean Type: | bool |
Binair / tweeledige types | Binary Types: | bytes, bytearray, memoryview |
Voorbeeld | Data type |
---|---|
x = "Hello World" | str |
x = 20 | int |
x = 20.5 | float |
x = 1j | complex |
x = ["apel", "banaan", "kers"] | list |
x = ("mango", "wortel", "peer") | tuple |
x = range(6) | range |
x = {"name" : "Peter", "age" : 33} | dict |
x = {"komkommer", "citroen", "tomaat"} | set |
x = frozenset({"appel", "banaan", "peer"}) | frozenset |
x = True | bool |
x = b"Hallo" | bytes |
x = bytearray(5) | bytearray |
x = memoryview(bytes(5)) | memoryview |
De int() functie verandert nummers in gehele getallen.
Voorbeeld:
x = int(3.5)
Syntax: int(value, base)
Parameter waarden:
Parameter | Omschrijving |
---|---|
value |
Een nummer of string die naar een geheel nummer wordt veranderd |
base | Een nummer dat het format bepaalt: Default value: 10 |
Str() converteert specifieke waarden in een string.
Voorbeeld:
x = str("3.5") print(x)
Syntax: str(object, encoding=encoding, errors=errors)
Parameterwaarden:
Parameter | Omschrijving |
---|---|
object | Elk object. Geeft aan dat dit object in een string wordt veranderd |
encoding |
De codering van het object. Default is UTF-8 |
errors | Specificeert wat de code doet als het omzetten verkeerd gaat |
De float() functie converteert de specifieke waarde in een decimaal getal.
Syntax: float(value)
Parameterwaarden:
Parameter | Omschrijving |
---|---|
value |
Een nummer of een string die wordt veranderd in een decimaal getal |
De bool() functie geeft de bolean (True/False) waarde van een specifiek object
Voorbeeld:
print(5>4) print(5==4) print(5<4)
De bolean geeft altijd True terug. Er zijn uitzonderingen:
Syntax: bool(object)
Parameterwaarden:
Parameter | Omschrijving |
---|---|
object | Elk object, zoals String, List, Number etc. |