Omschrijving

Als je in de ICT aan het werk wil, heb je vaak te maken met programmeren. Sommige bedrijven vragen je zelfs om eerst een opdracht uit te voeren voor je door bent in je sollicitatieprocedure. Een van de basisopdrachten die programmeurs maken om te kijken of ze een programmeertaal een beetje begrijpen, is het maken van een calculator. Daarom gaan wij dit ook doen.

In dit hoofdstuk gaan we een begin maken met het maken van een calculator. Hierbij stellen we de eis, dat er enkel getallen ingevoerd kunnen worden. Dit kun je instellen met data types. We beginnen we daarom het doornemen van de data types.

Leerdoelen:

  1. Data Type begrijpen
  2. Cijferinvoer
  3. Maken van invoervelden
  4. Maken calculator

Theorie

Data Type

Er zijn veel verschillende soorten data types.

Nederlandse benaming Engelse benaming Type
Tekst type Text Type: str
Numeriek type Numeric Types: int, float, complex
Reeks types Sequence Types: list, tuple, range
Map types Mapping Type: dict
Vast gestelde types Set Types: set, frozenset
Boolean type Boolean Type: bool
Binair / tweeledige types Binary Types: bytes, bytearray, memoryview

 

Voorbeeld Data type
x = "Hello World" str
x = 20 int
x = 20.5 float
x = 1j complex
x = ["apel", "banaan", "kers"] list
x = ("mango", "wortel", "peer") tuple
x = range(6) range
x = {"name" : "Peter", "age" : 33} dict
x = {"komkommer", "citroen", "tomaat"} set
x = frozenset({"appel", "banaan", "peer"}) frozenset
x = True bool
x = b"Hallo" bytes
x = bytearray(5) bytearray
x = memoryview(bytes(5)) memoryview

 

 

Int() function

De int() functie verandert nummers in gehele getallen.

Voorbeeld:

 x = int(3.5)

Syntax: int(value, base)

Parameter waarden:

Parameter    Omschrijving
value

Een nummer of string die naar een geheel nummer wordt veranderd

base Een nummer dat het format bepaalt: Default value: 10

 

 

Str()

Str() converteert specifieke waarden in een string.

Voorbeeld:

x = str("3.5")
print(x)

string

Syntax: str(object, encoding=encoding, errors=errors)

Parameterwaarden:

Parameter    Omschrijving
object Elk object. Geeft aan dat dit object in een string wordt veranderd
encoding

De codering van het object. Default is UTF-8

errors Specificeert wat de code doet als het omzetten verkeerd gaat

 

Float

De float() functie converteert de specifieke waarde in een decimaal getal.

float

Syntax: float(value)

Parameterwaarden:

Parameter   Omschrijving
value

Een nummer of een string die wordt veranderd in een decimaal getal

 

Bool

De bool() functie geeft de bolean (True/False) waarde van een specifiek object

Voorbeeld:

print(5>4)
print(5==4)
print(5<4)

bool

De bolean geeft altijd True terug. Er zijn uitzonderingen:

Syntax: bool(object)

Parameterwaarden:

Parameter   Omschrijving
object Elk object, zoals String, List, Number etc.