De Sovjet-Unie onder Stalin

Lenin stierf in 1924, zijn opvolger Stalin voerde hierna grote hervormimgen door. Hij koos voor een nieuwe economische koers. Voortaan zou de Communistische Partij bepalen wat er geproduceerd moest worden, door wie en ook in welke hoeveelheden. Door middel van deze planeconomie wilde Stalin van de Sovjet-Unie een moderne industriĆ«le samenleving maken. Voor deze industrialisatie waren miljoenen arbeiders nodig. Om die beschikbaar te maken, moest de landbouw effectiever worden. Hiertoe werd de collectivisatie van de landbouw doorgevoerd: kleine boerenbedrijfjes werden onteigend en tot grote bedrijven samengevoed. In praktijk werkte dit anders uit, de voedselvoorziening kwam ernstig in de problemen, zo ernstig dat er hongersnood uitbrak. Miljoenen mensen stierven in de hongerdood.

De enorme problemen die ontstonden door de gewongen collectivisatie versterkte het wantrouwen van Stalin. In 1934 tot 1938 begint de Grote Terreur: dit waren zuiveringen waarin Stalin al zijn tegenstanders uit de weg wilde ruimen. Dit deed hij door middel van schijnprocessen.