Oefenopdrachten opladen batterijen

figuur 1. Schematische weergave elektrochemische cel

1. Bekijk allereerst deze demoproef en beantwoord dan de onderstaande vragen. In het filmpje van de demoproef wordt de batterij eerst opgeladen voordat de batterij energie kan leveren.De onderstaande halfreactie vinden plaats:

Fe --> Fe3+ + 3 e-

2 H2O + 2 e- --> H2 + 2 OH-

  1. Welke halfreactie vindt plaats aan de positieve pool.
  2. Geef de halfreacties en de totaalreactie van de batterij als de batterij energie levert.

2. In figuur 1 zie je een opstelling van een elektrochemische cel. De elektrochemische cel bestaat uit de volgende onderdelen:

Elektrode 1 bestaat uit: een loodstaaf en een natriumnitraat oplossing.

Elektrode 2 bestaat uit een koolstofstaaf en een koper(I)nitraat oplossing.

Het elektrolyt bestaat uit een oplossing van kaliumchloride.

  1. Wat moet je veranderen aan de tekening van figuur 1 om de batterij op te laden?
  2. Welke halfreactie vindt plaats aan elektrode 1 bij het opladen van de batterij.
  3. leg uit of elektrode 1 moet worden aangesloten op de positieve of de negatieve pool van de spanningsbron.
  4. Leg uit of dit een exotherme of endotherme reactie is.

3. Een batterij die stroom levert bestaat uit de volgende onderdelen.

Elektrode 1 bestaat uit: een platinastaaf en een oplossing van zilverjodide.

Elektrode 2 bestaat uit: een aluminiumstaaf en een oplossing van aluminiumnitraat.

Het elektrolyt bestaat uit: kaliumchloride.

  1. Stel beide halfreacties op voor het opladen van deze batterij.
  2. Leg uit welke elektrode aan de positieve pool wordt aangesloten.
  3. Leg uit wat er gebeurt met de massa van de aluminium staaf tijdens het opladen
  4. Leg uit wat de richting is van de elektronenstroom tijdens het opladen.

 

    figuur 2. Schematische weergave opladen batterij

    4. In figuur 2 zie je een schematische tekening van het opladen van een batterij. Elektrode 1 bevat een platina elektrode en broomwater. Elektrode 2 bevat een ijzerstaaf met een ijzer(II)nitraat oplossing.

    1. Aan welke elektrode zit de oxidator en geef de bijbehorende halfreactie.
    2. Neem figuur 2 over in je schrift en teken in figuur in de stroming van de elektronen, de kalium ionen en de jodide-ionen.