Tijdens de Eerste Wereldoorlog is in Rusland met Lenin het communisme begonnen. Na de Tweede Wereldoorlog werden onder druk van de Sovjet Unie een aantal centraal- en Oost-Europese landen aan het communise onderworpen. Snel na de val van de Berlijnse muur zijn de meeste communistische regeringen beëindigd.
Alleen Noord Korea is nog een echt communistisch land. De leider Kim il Sung wordt nog als een god aanbeden. Zijn kinderen en kleinkinderen hebben de macht strak in handen gehouden. Het is een armoedig land dat alleen maar bestaat vanwege de dreiging met een atoombom en een goed georganiseerde geheime politie. Communisme betekent atheïsme en een verering van de grote communistische leiders en denkers. Karl Marx werd daardoor tientallen jaren vereerd. Ook in China heerst nog een communistische dictatuur, maar de economie is grotendeels kapitalistisch.
Communisten geloven in de evolutie naar een betere mens, een samenleving waar de arbeiders de baas zijn over de productie. Mensen die niet meewerken met de communistische leiders, moeten opnieuw worden opgevoed. Desnoods moesten ze naar strafkampen en concentratiekampen. Als miljoenen inwoners stierven door een verkeerde economische politiek, dan werden fouten niet toegegeven, maar werd de schuld gegeven aan bepaalde personen of andere landen.
Een voorbeeld was de grote culturele revolutie in China in 1966. De regering zag dat er nog te veel mensen waren die niet in het communisme geloofden. Ze gingen daarom zoeken naar andersdenkenden om die te bestraffen, te vernederen of de doden.
Uiteindelijk zijn door het communisme in een halve eeuw tijd tientallen miljoenen mensen gestorven.
https://www.youtube.com/watch?v=FWysTxdnV1M&list=PLi_srCikhtggb0XZKcFfRUFK8Zew21W5y&index=41