Blaastumoren kunnen op verschillende manieren groeien:
Als een platte of vlakke, fluweelachtige afwijking van het slijmvlies. Soms is deze en beetje rood. Een carcinoma in situ groeit vaak op deze manier.
Als een klein gezwel in de vorm van een druiventros of bloemkool. Het gezwel steekt de blaasholte in en is met een dun steeltje verbonden aan de blaaswand. Vaak is dit bij een niet-spierinvasieve tumor.
Als een solide gezwel dat in de blaasholte steekt en met een stevige, brede steel vastzit aan de blaaswand. Bijvoorbeeld bij een spierinvasieve tumor.
Als de tumor in de diepere lagen van de blaaswand groeit, kunnen cellen losraken van de tumor. Deze cellen kunnen ergens anders in het lichaam gaan zitten en verder uitgroeien. Dit zijn metastasering (uitzaaiingen). Blaaskanker kan bijvoorbeeld uitzaaien naar de lever, longen of botten.