Casus

Een zevenjarige jongen komt met zijn ouders naar het spreekuur van de kinderneuroloog in verband met staar-momenten.

Het is de ouders, en ook de leerkracht van de jongen, opgevallen dat hij meerdere keren per dag even kort voor zich uit staart. Het duurt een paar seconden en als het voorbij gaat hij weer door met waar hij mee bezig was. Als ze tijdens zo'n staarmoment roepen of aanraken, is er geen reactie.

Op school gaat verder alles goed en zijn er verder geen bijzonderheden opgevallen.

De voorgeschiedenis is blanco.

Als staar-aanvallen zich voordoen in het kader van epilepsie worden ze vaak 'absences' genoemd. Als absences zich voordoen op de kinderleeftijd als enige aanvalstype wordt dit 'absence-epilepsie' genoemd. Dit type epilepsie komt veel voor, is meestal goed te behandelen met anti-epileptica en gaat relatief vaak na enige tijd in remissie.

Absence epilepsie valt onder de gegeneraliseerde epilepsie, dat wil zeggen dat tijdens de aanvallen beide hemisferen in zijn geheel epileptische aanvalsactiviteit vertonen. Je kunt het je nauwelijks voorstellen dat iemand nog gewoon rechtop kan blijven zitten als de aanval zich in het hele brein voordoet, maar toch is het zo. Deze vorm van epilepsie heeft vaak een genetische oorzaak. Op een EEG zijn er vaak gegeneraliseerde (op alle EEG kanalen te zien) piekgolfcomplexen te zien, soms in korte reeksen met een typische frequentie van 3 Hz (= 3 piekgolfcomplexen per minuut). Tijdens het EEG wordt ook altijd geprobeerd om te hyperventileren. Dat kan een aanval uitlokken. De aanval op het EEG bestaat ook uit 3 Hz gegeneraliseerde piekgolfcomplexen, die wat langer aanhouden en waarbij soms ook de klinische verschijnselen te zien zijn.

 

Bij mesiotemporale epilepsie (in de temporaalkwab, in de meeste gevallen unilateraal) zitten er tussen aanvallen door piekgolfcomplexen, of trage goven, alleen temporaal.