Moeder vertelt dat Niels à terme is geboren en de bevalling ongecompliceerd is verlopen. Tijdens de ontwikkeling hebben zij en haar echtgenoot geen opvallende bevindingen geconstateerd; Niels is altijd vrolijk aanwezig en op school gaat het goed.
Al zegt moeder dat zijn twee jongere zusjes nu wel wat eerder beginnen met lopen dan dat Niels deed. Nu ze er zo over nadenkt is Niels eigenlijk al sinds hij begon met lopen wat klungelig geweest; hij valt snel en veel.
Verder komen er in de familie geen afwijkingen voor.
Je vraagt Niels een stukje te lopen in de spreekkamer; het valt je op dat hij wat waggelend loopt. Hierna vraag je hem om te rennen, als hij terug naar je toe komt rennen valt hij om. Om weer rechtop te komen gebruikt hij zijn armen en handen om via zijn eigen lichaam omhoog te klimmen, een erg opmerkelijk fenomeen wat je doet denken aan zwakte van de proximale beenspieren.