De hypofyse is een hormoonklier onderaan de grote hersenen. Deze bestaat uit twee kwabben. De voorkwab maakt zelf hormonen en geeft deze af aan het bloed. De achterkwab slaat hormonen, die afgegeven worden door de bovenliggende hypothalamus, op en geeft deze af aan het bloed.
De hypofysevoorkwab maakt en geeft de hormonen groeihormoon en prolactine af en hormonen die andere hormoonklieren aanzetten tot het maken en afgeven van hormonen.
Groeihormoon (GH) heeft invloed op de cellen van bot- en spierweefsel en stimuleert botgroei. Een teveel aan groeihormoon veroorzaakt reuzengroei (acromegalie).
Prolactine heeft invloed op de cellen van melkklierweefsel en stimuleert de aanmaak van melk.
Voorbeelden van hormonen die andere hormoonklieren aanzetten zijn schildklierstimulerend hormoon (TSH), adrenocorticotroop hormoon (ACTH), follikelstimulerend hormoon (FSH) en luteïniserend hormoon (LH).