De delen van de alvleesklier die hormonen aanmaken, noem je de eilandjes van Langerhans. Deze eilandjes bestaan uit meerdere soorten cellen. Twee daarvan zijn de alfacellen (α-cellen) en de bètacellen (β-cellen).
De alfacellen maken het hormoon insuline aan. Insuline zet cellen aan om glucose uit het bloed op te nemen en om te zetten naar glycogeen. Zo verlaagt insuline de bloedsuikerspiegel.
De bètacellen maken het hormoon glucagon aan. Glucagon zet cellen aan om glycogeen om te zetten naar glucose en af te geven aan het bloed. Zo verhoogt glucagon de bloedsuikerspiegel.
Insuline en glucagon zijn dus elkaars tegenhanger. Zij werken samen om ervoor te zorgen dat de bloedsuikerspiegel rond een bepaalde waarde schommelt.
Met name spier- en levercellen zijn gevoelig voor insuline en glucagon.
https://www.youtube.com/watch?v=uH0AIzg8TPM