Werkproces |
leerdoelen |
Houding en vaardigheden |
Leervragen/portfolio |
B1-K1-W2 Ondersteunt de cliënt bij de persoonlijke verzorging |
De beroepskracht maatschappelijke zorg ondersteunt de cliënt bij het realiseren van doelen ten aanzien van de persoonlijke lichamelijke verzorging, toiletgang, mobiliteit en het slaap/waakritme. Ze zorgt er voor dat de cliënt zo veel mogelijk zelf de regie kan voeren en naastbetrokkenen zo veel mogelijk zelf kunnen doen en vult waar nodig aan. Ze sluit hierbij aan bij de eigen kracht, mogelijkheden en beleving van de cliënt en naastbetrokkenen. Ze ondersteunt het optimaal lichamelijk en geestelijk welbevinden van de cliënt door gebruik te maken van aangepaste materialen en ruimten. Ze werkt aan het onderling vertrouwen en biedt de cliënt de mogelijkheid om persoonlijke en/of intieme vraagstukken te bespreken. Ze toont voorbeeldgedrag en biedt de cliënt mogelijkheden om vaardigheden te leren. Ze is er alert op dat gedrag veroorzaakt kan worden door fysieke problemen of ongemakken. Zij observeert en signaleert veranderingen in gedrag en gezondheid, beredeneert vervolgens welke volgende stappen genomen moeten worden en onderneemt de benodigde stappen. Ze rapporteert bijzonderheden. |
De beroepskracht maatschappelijke zorg: - creëert adequaat mogelijkheden voor de cliënt om zich op het gebied van persoonlijke verzorging te ontwikkelen en doelen te bereiken; - toont begrip voor de mening en gevoelens van de cliënt ten aanzien van zijn uiterlijk en persoonlijke hygiëne; - gaat tijdens de persoonlijke verzorging discreet om met de privacy van de cliënt; - voert de benodigde handelingen snel en accuraat uit volgens ergonomische voorschriften. |
1. Wat is ondersteunen? En welke verschillende vormen van ondersteuning zijn er?
|
2. Wat is persoonlijke lichamelijke verzorging?
|
|||
3. Hoe zorg je ervoor dat een cliënt zoveel mogelijk eigen regie behoud?
|
|||
4. Hoe bouw je een vertrouwensband op?
|
|||
5. Hoe signaleer/observeer en interpreteer je gedragingen in relatie tot fysieke ongemakken?
|
|||
6. Hoe leer je een cliënt (persoonlijke verzorging) vaardigheden aan?
|
|||
7. Wat is regie op eigen leven?
|
|||
8. Hoe – en wanneer gebruik je aangepaste materialen en ruimtes?
|
|||
9. Hoe ga je om met intieme situaties? 10. Hoe maak je een intieme situatie bespreekbaar?
|
|||
11. Hoe waarborg je de privacy van een client?
|
|||
12. Hoe sluit je aan bij de mogelijkheden en de beleving van de cliënt?
|