P6-K1-W3 Ondersteunt de cliënt bij maatschappelijke participatie

Werkproces

leerdoelen

Houding en vaardigheden

Leervragen/portfolio

P6-K1-W3 Ondersteunt de cliënt bij maatschappelijke participatie

De persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen ondersteunt de cliënt bij het ontwikkelen van vaardigheden die

nodig zijn voor het onderhouden en versterken van zijn sociale netwerk en het functioneren in de maatschappij. Zij

geeft de cliënt informatie en advies en stimuleert hem om contact te houden of te leggen met naastbetrokkenen. Zo

nodig ondersteunt zij de cliënt en, indien aanwezig, naastbetrokkenen bij het omgaan met het levenseinde, verlies

en/of rouw.

De persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen:

- schept doelbewust kansen en mogelijkheden voor de cliënt om ander gedrag en vaardigheden te oefenen, doelen te

bereiken en uitdagingen aan te gaan;

- stimuleert de cliënt gericht om te praten over zijn mogelijkheden, wensen, behoeften en problemen op het gebied

van maatschappelijke participatie;

- geeft duidelijke adviezen aan de cliënt m.b.t. de omgang met sociale media en internet;

- geeft de cliënt opbouwende feedback op zijn gedrag en de wijze waarop hij zich opstelt ten opzichte van anderen;

- past de ondersteuning adequaat aan als dit nodig is vanwege de culturele en/of religieuze achtergrond van de

cliënt.

De onderliggende competenties zijn: Begeleiden, Omgaan met verandering en aanpassen, Aandacht en begrip

tonen, Ethisch en integer handelen

Hoe ondersteun je een client om ander gedrag te laten zien en vaardigheden te oefenen?

Hoe motiveer je cliënten om juist die dingen te doen die ze spannend of eng vinden?

Hoe ga je om met thema’s als rouw, naderende levenseinde en of verlies?

Hoe begeleid je cliënten in het omgaan met sociale media?

Hoe activeer je cliënten om meer deel te nemen aan de maatschappij?

Welke ondersteuning biedt je cliënten bij het weer oppakken van het functioneren in de maatschappij?

Hoe onderzoek je samen met je cliënt de wensen en behoeften die de client heeft in het participeren in de maatschappij?

Hoe herken je signalen van overbelasting bij de naasten en maak je deze bespreekbaar?