Werkproces |
leerdoelen |
Houding en vaardigheden |
Leervragen/portfolio |
B1-K1-W4 Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding |
De beroepskracht maatschappelijke zorg ondersteunt de cliënt bij het realiseren van zijn mogelijkheden, wensen en behoeften op het gebied van werk, inkomen, mobiliteit, scholing en vrije tijd en dagstructurering. Ze begeleidt de cliënt bij het zoveel mogelijk voeren van de regie en gaat samen met hem en naastbetrokkenen na op welke wijze invulling wordt gegeven aan de activiteiten uit het plan van aanpak. Ze reikt voorbeelden, keuzemogelijkheden en alternatieven aan. Ze creëert waar mogelijk de voorwaarden waardoor de cliënt zijn mogelijkheden en behoeften op het gebied van werk, scholing en vrije tijd kan realiseren. De beroepskracht maatschappelijke zorg coacht de cliënt bij de uitvoering van de activiteiten tijdens de dagbesteding, waarbij ze hem motiveert de gestelde doelen te bereiken. Zij ondersteunt de cliënt bij het omgaan met gevoelens die bij verandering horen. Ze creëert een veilige omgeving en biedt ontwikkelingsgerichte activiteiten en/of leersituaties aan om de cliënt te laten oefenen of experimenteren met ander(e) gedrag, vaardigheden en het nemen van beslissingen |
De beroepskracht maatschappelijke zorg: - kiest de juiste materialen en middelen voor de activiteiten die zij organiseert; - zorgt er tijdig voor dat de materialen en middelen onderhouden zijn; - toont aandacht voor de leefwereld van de cliënt en naastbetrokkenen; - wijst de cliënt consequent op omgangsnormen, (gedrags)regels en normen en waarden; - adviseert de cliënt doelbewust om activiteiten op het gebied van werk, scholing of vrije tijd te ondernemen waarbij de eigen regie en eigen kracht wordt versterkt; - motiveert de cliënt doelbewust om moeilijkheden te overwinnen of te accepteren; |
1. Hoe ondersteun je bij mogelijkheden, wensen en behoeften?
|
2. Wat is regie ten aanzien van dagbesteding?
|
|||
3. Hoe begeleidt en coach je bij het voeren van eigen regie?
|
|||
4. Hoe maak je een plan van aanpak gericht op dagbesteding?
|
|||
5. Welke activiteiten voeg je toe aan het plan van aanpak?
|
|||
6. Hoe motiveer je een cliënt? |
|||
7. Welke motivatietechnieken zijn er?
|
|||
8. Hoe ondersteun je een cliënt bij het omgaan met gevoelens en veranderingen?
|
|||
9. Wat zijn ontwikkelingsgerichte activiteiten?
|
|||
10. Hoe begeleid je een cliënt bij ontwikkelingsgerichte activiteiten –en leersituaties?
|
|||
11. Welke methodiek kun je hiervoor toepassen?
|