Elk persoon heeft een dagelijkse routine, iets wat ze nooit doen of bepaalde tradities die zij volgen.
Ook JIJ! Om hierover te kunnen praten gebruik je de "present simple" in het Engels.
DUS...Wanneer iets altijd, nooit of vaakgebeurt gebruik je de "present simple".
Hieronder heb ik een schema voor je gemaakt, zodat je zelf kan zien welke vorm je moet gebruiken.
I/ You/ We, They + stam van het wekwoord = I play football every day.
She/ He/ It + werkwoord + s/es = She plays football every Sunday.
Hieronder nog kort rijtje van het werkwoord "to be" ---> dit betekent "zijn"
I am -- Ik ben
He is -- Hij is
She is -- Zij is
It is -- Het is
You are -- Jij bent / Jullie zijn
We are -- Wij zijn
They are -- Zij zijn