Tip!
Bij de meeste onderwerpen heb ik een uitlegfilmpje gevonden. Ben je niet zo van het lezen óf snapte je het niet zo goed? Kijk dan ook de filmpjes (zie: uitlegfilmpjes in het menu).
Bij Beeldspraak maak je gebruik van beelden (dus: iets anders) i.p.v. direct te zeggen wat je bedoelt. Zo zijn spreekwoorden altijd beeldspraak:
- 'Oost west, thuis best' is beeldspraak voor: thuis is het het fijnst.
- 'Boontje komt om zijn loontje' is beeldspraak voor: eigen schuld.
Maar je kunt beeldspraak ook anders inzetten:
- De kamer van mijn broertje is een zwijnenstal.
Zwijnenstal is beeldspraak en hier wordt bedoeld dat de kamer rommelig is.
- Ik verdronk in zijn ogen.
Verdronk is hier beeldspraak en het betekent dat je iemand diep in de ogen kijkt.
Je moet drie soorten beeldspraak kennen:
- de vergelijking
- de metafoor
- de personificatie
De uitleg volgt op de volgende bladzijden.