benoemen dat een scheidbaar werkwoord kan bestaan uit een werkwoord + voorvoegsel. Ik geef daarvan een voorbeeld.
benoemen dat een scheidbaar werkwoord kan worden gescheiden door 'te' tussen het voorvoegsel en het werkwoord te zetten. Ik geef daarvan een voorbeeld.
benoemen dat een scheidbaar werkwoord kan worden gescheiden door 'ge' tussen het voorvoegsel en het werkwoord te zetten. Ik geef daarvan een voorbeeld.