Dubbelop geeft halve pret.

Nog zo'n voorbeeld van formuleringen die in de spreektaal volkomen normaal zijn geworden, maar in geschreven taal absoluut niet:

De dubbele ontkenning

Ik heb nooit geen brief daarover ontvangen!

Dit is een voorbeeld van een dubbele ontkenning. Bij wiskunde heb je geleerd dat min maal min plus is, en dat geldt voor taal eigenlijk ook. Nooit geen=altijd wel.

Ook kun je in een zin een werkwoord gebruiken die al een ontkenning is. Dan moet je in diezelfde zin niet nóg een ontkennend woord plaatsen: Ik ontken dat ik dat niet gedaan heb!

 

Dubbelop

Waar je ook voor moet oppassen is dat je in één zin meerdere woorden met (ongeveer) dezelfde betekenis gebruikt. In het boek staat een mooi voorbeeld: Je moet verplicht een helm dragen. 'Moet' en 'verplicht'  betekenen in deze zin hetzelfde. Dat is dus dubbelop. Je bent verplicht een helm te dragen of Je moet een helm dragen.

Let ook op dat je voorzetsels niet dubbel gebruikt: Weet jij waarover zij het over hadden? moet dus zijn: Weet jij waar zij het over hadden/ Weet jij waarover zij het hadden? Dat ziet er misschien wel heel erg logisch uit, maar vooral wanneer je een hele lange zin schrijft, kun je die fout gemakkelijk maken. Daarom is het belangrijk om iedere zin die je schrijft nog eens kritisch na te lopen. (nog een tip: wees sowieso spaarzaam met erg lange zinnen. Die lezen vaak niet fijn. Liever twee zinnen dan één hele lange)