Hoofdstuk 4.2 Verschillende verstandelijke beperkingen

Zorgvragers met een verstandelijke beperking verschillen van elkaar door de mate van de beperking. Om dit verschil aan te geven, wordt gebruik gemaakt van verschillende soorten ordening/ indelingen.

Een van die indelingen is die van IQ = intelligentie. 

Maak de volgende opdracht.

Het IQ zegt iets over het cognitief vermogen van de zorgvrager met een verstandelijke beperking. 

Tegenwoordig deelt men zorgvragers ook in naar het adaptief vermogen. 

Een andere indeling is de indeling volgens vier ervaringsfasen van Timmers-Huigens.

Het is belangrijk om te weten op welke manier mensen met een verstandelijke beperking de wereld ervaren en ordenen. Begeleiders kunnen hier inzicht in krijgen aan de hand van vier ervaringsordeningen. Met die kennis kunnen zij beter worden ondersteund.

Maak de volgende opdracht. 

Ook kom je wel de indeling naar leeftijd tegen. Bijvoorbeeld: de zorgvrager heeft een kalenderleeftijd van 20 jaar, maar functioneert op een verstandelijk niveau van 6 jaar.

Kalenderleeftijd en ontwikkelingsleeftijd lopen uit de pas met elkaar.  Dat wil zeggen dat de jongere op een lager niveau functioneert dan je als begeleider zou verwachten als je kijkt naar de kalenderleeftijd van de jongere.

Belagrijk is te weten welke ontwikkelingsleeftijd bij het sociaal-emotioneel functioneren van de jongere hoort om een voorstelling te kunnen maken van de belevingswereld en de manier van denken van een jongere.