Achtergrond informatie

Een bevrijdingsrok maken https://youtu.be/pEhZuIL4uo0

Heel Holland naait een nationale bevrijdingsrok in elkaar. Het kledingstuk dat door vrouwen ter viering van de bevrijding van de Duitsers in 1945 werd gedragen, maakt op initiatief van het Westlands Museum een comeback.Zo’n zeventig enthousiastelingen uit heel Nederland zijn in de weer met lapjes, naald en draad om aan de actie van het museum in Honselersdijk mee te doen. Omdat het 75 jaar geleden is dat Nederland van de nazi’s werd bevrijd, stelde het Westlands Museum een tentoonstelling samen. Die is wegens het coronavirus uitgesteld.

Toch wordt er in het kader van die tentoonstelling verspreid over Nederland druk genaaid aan een bevrijdingsrok, ook wel bekend als de nationale feestrok. In de geest van initiatiefneemster Adrienne Minette (Mies) Boissevain-van Lennep (1896-1965), die door een medegevangene op het idee werd gebracht. De Amsterdamse verzetsheldin overleefde meerdere concentratiekampen, maar zag haar man niet levend uit de internering terugkeren. Twee van haar drie zoons werden door de bezetter gefusilleerd, de derde bracht het er in gevangenschap levend vanaf.

Eenheid in veelheid

De vaak met oranje, rood, wit en blauw gekleurde rok werd samengesteld uit allerlei lapjes: eenheid in veelheid. Het kledingstuk gold in 1946, het eerste jaar van de viering van de bevrijding als het symbool van de wederopbouw van Nederland, saamhorigheid en het verwerken van oorlogstrauma’s. Het kledingstuk wordt alleen tijdens bijzondere en emotionele gebeurtenissen gedragen (en wordt daarom ook wel ‘levensrok‘ genoemd) en dan ook meteen voorzien van een stempel van die gebeurtenis. Vooralsnog is de rok daarom alleen met ‘Nationale Feestrok. 75 jaar vrijheid, 1945-2020’ versierd. Aanleidingen voor een nieuwe stempel zijn er voldoende, bijvoorbeeld als het coronavirus definitief is overwonnen.

Mode is waarschijnlijk niet het eerste onderwerp waar je aan denkt als het over de Tweede Wereldoorlog gaat. Het was een tijd van veel ellende. Maar mensen wilden niet somber zijn. Ze wilden er zo lang als maar kon mooi uit blijven zien. Zo ontstond een nieuwe mode, terwijl er bijna geen stukje stof meer te koop was! Een nieuwe stijl, dankzij creativiteit, hergebruik en improvisatie. 10 oktober 2019 opent in het Verzetsmuseum de tentoonstelling ‘Mode op de bon’, over dit vergeten stukje geschiedenis. Mode ging op de bon, om in een tijd van schaarste alles eerlijk te verdelen. Iedereen kreeg bonnen, en alleen met die bonnen kon je producten kopen, zolang er tenminste nog iets te koop was in de winkels. Kan de mode van toen een inspiratiebron zijn voor nu? Ja, want improvisatie en hergebruik zijn ook nu weer populair. Nu niet vanuit gebrek, maar vanuit bezwaren tegen overvloed en verspilling.

Toen Nederland in 1940 door nazi-Duitsland werd bezet, kon er geen textiel meer worden ingevoerd. Snel ontstond er een groot tekort aan stoffen, en daardoor veranderde het modebeeld. Mantelpakjes werden populairder, omdat ze gemaakt konden worden van oude herenkostuums. Vrouwen droegen voor het eerst broeken vanwege het gebrek aan kousen. Jurken werden vaak van meerdere soorten stof gemaakt omdat er niet genoeg van één soort stof beschikbaar was. En kleine stukjes bont, losse kraagjes, strikken, kraaltjes, stiksels en borduursels werden volop gebruikt om bestaande kleding een nieuwe look te geven.

Wat doe je als je er modieus uit wilt zien, maar er bijna niets te koop is? Dan zoek je naar creatieve oplossingen! Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikte men allerlei materialen om nieuwe kleren en schoenen te maken: mantels uit dekens en gordijnen, blouses van parachutestof, jurken van jute, hakken van kurk en hout. Er werden truien gebreid van uitgehaalde wol óf van zelf gesponnen wol van hondenhaar. Oude herenkostuums liet men keren zodat de nog mooie binnenkant, de versleten buitenkant verving. 

Klik op de link om alle voorbeelden te zien die gemaakt zijn met de bevrijdingsrok als inspiratie!

Mode op de bon; modeshow handout