Stromingen

De Soennieten & De Sji'ieten

Helaas was er een strijd om wie nou de daadwerkelijke kalief moest worden. De vier bovengenoemde kaliefen werden niet door iedereen als rechtsgeldige opvolger aanschouwd. Met na-me Moe'awija, een neef van Oethman en gouverneur van Da-mascus kwam hiertegen in opstand. Hij riep zichzelf uit tot ka-lief en Ali was daarom genoodzaakt om tegen Moe’awija de strijd aan te binden. Er kwam een wapenstilstand en een specia-le commissie die moest uitmaken wie de kalief zou zijn, Ali of oe'awija. Helaas werd deze comissie gemanipuleerd en deze stemden tegen Ali, waarop een groep van 120.000 volgelingen van Ali zich afscheidde. De partij van Alo - Sji’at Ali; ook wel de Sji’ieten genoemd. Zij waren van mening dat de opvolger een bloed verwant moest zijn van mohammed en zagen Ali, neef en schoonzoon van Mohammed, als eerste echte kalief. Echter is het zo dat de leiders geen kaliefen heten maar imam.

De mensen die moe'awija volgeden, worden wel de soennie-ten genoemd en betekent letterlijk, zij die de traditie volgen, en vonden dat de kalief een vroom en oprecht man moest zijn. Hij die de wetten en de regels goed volgde was bekwaam om het rijk te besturen en kon dus gekozen worden voor deze positie.

 

De verschillen

De scheuring die plaats vond binnen de islam werk door tot op de dag van vandaag. Nog steeds is de islamitische wereld verdeeld in deze twee stromingen. Vandaag de dag, net zoals eerst, is de soennitische stroming het meest groot en wordt ge-vormd door 90% van de islamieten. Zij vertegenwoordigen de gehele islamitische wereld behalve Iran. Je zou ook wel kun-nen zeggen dat de Soennieten de oorspronkelijke en orthodoxe islamitische stroming vormt. De Sji’ieten daarentegen vormen zo’n 10% van de gemeenschap en zijn voornamelijk te vinden in Iran en bepaalde delen van Irak, India, Jemen, Afghanistan, Libanon en Syrië. Deze laatste is helemaal bijzonder want de bevolking van het land is overwegend Soennitisch en de leiders van het land zijn Sji’iet. Een groot verschil tussen deze groepen is wel dat de Sji’ieten, in tegenstelling tot de Soennieten, nooit echt goede leiders hebben gehad die zich hebben gericht op de eenheid en hechtheid van hun groepering. Door culturele en filo-sofische elementen van buitenaf verliep de ontwikkeling van de-ze sji’ietische stroming moeizaam en zeer ingewikkeld. Er ontstonden daardoor verschillende sekten en stromingen.

Misschien is het grootste verschil tussen de Soennieten en de Sji’ieten wel de kweste van autoriteit als er geschillen onstaan. De macht om uitspraak te doen ligt bij de Soennieten vooral bij de idjma. Hiermee bedoelen we de consensus, de middenweg overeenkomst, die de leiders vinden met betrekking tot een bepaald probleem. Bij de Sji’ieten kan de gemeenschap niet de macht vormen, maar moet de macht bij een raad of instantie liggen die wel zo’n dergelijke overeenstemming kan bereiken. De-ze raad kan natuurlijk alleen maar bestaan uit leden van de familie van Mohammed, waarmee we automatisch op een be-perkt aantal komen.

 

Stromingen