Extra uitleg na opdracht 2 (deel 2)

De communisten hadden al een heel plan ontwikkeld voor wanneer ze aan de macht kwamen. Ze hadden al bedacht wie zou besturen. Wat er gebeurde met tegenstanders en aan welke regels vakbonden, sportculbs en scholen zich moesten houden. Wanneer ze dus aan de macht kwamen werd dit allemaal in gang gezet.

Er kwam een enorme censuur voor schoolboeken, kranten en radio. Niks werd uitgezonden of geplubliceert zonder dat iemand er in de communistische partij van wist. Deed je dat wel dan was je een tegenstander en werd je door een geheime dienst opgezocht. Uiteraard dronk je dan een kopje thee met de vriendelijke mensen en werd je vervolgens gedeporteerd naar een strafkamp.

Voor de communistische partij liep alles fantastisch, maar er waren wel problemen. In de fabrieken hadden de arbeiders nu de macht, maar de productie viel heel erg tegen. Ze wilde dus terug naar de oude leiding zodat die weer zo stijgen. Toen namen de communisten landbouwgrond in beslag en het kwam onder toezicht en eigendom van de staat te staan. Boeren moesten graanopbrengsten naar de steden halen, maar dit weigerde ze en zo produceerde ze alleen nog maar genoeg voor het gezin zodat ze niks hoefde weg te geven. De bosjewieken stuurde dan soldaten en dan werd het met geweld in beslag genomen. Er brak zo een enorme hongersnood uit in 1921. Er kwamen weer opstanden voor democratie en vrijheid en deze werden enorm hard neergeslagen door het rode leger.

Lenin begreep wel dat er iets moest veranderen en vanaf 1921 mochten boeren overschoten verkopen op de vrije markt. Binnenlandse handel werd toegestaan en de lichte industrie mocht winst behouden. Zware industrie was te belangrijk en bleef in handen van de staat. Deze nieuwe maatregelen noemen wij de NEP (Nieuwe Economische Politiek). De Sovjet-Unie groeide in korte tijd weer uit tot een wereldmacht en zo haalde ze een grote achterstand aardig in.

Net nadat de NEP was doorgevoerd ging het slechter met de gezondheid van Lenin. Hij wist dat het einde nabij was en dus benoemde hij vrienden hoog in de communistische partij. Deze zouden de leiding overnemen wanneer hij er niet meer was. Vijanden daarentegen ruimde hij nog op zodat het nog makkelijker zou gaan. Vanaf 1928 was Jozef Stalin de man aan het hoofd van de Sovjet-Unie. Hij wilde af van het NEP, want voor het arbeidersparadijs was er industrialistatie nodig. Hij kwam met een nieuwe economie: planeconomie. Er werden plannen gemaakt voor de volgende 5 jaar wat geproduceert moest worden. Zware industrie kreeg hierin voorrang deze was namelijk nodig voor de industrialisatie. De eerste paar jaar was het zwaar, maar op een gegeven moment werd de Sovjet-Unie een van de grootste industriƫle landen ter wereld. Arbeiders hadden het in deze periode best aardig dus er viel weinig te klagen.

Stalin vond wel dat de landbouw nu achterliep. Hij moest dus iets bedenken waardoor het moderner zou gaan op het platteland. Hij bedacht het volgende: alle kleine boeren worden samengevoegd zodat ze dure apparaten kunnen kopen die de effectiviteit omhoog gooit op het platteland. Dan hebben we minder boeren nodig voor de zelfde hoeveelheid voedsel en dan kunnen de overgebleven mensen de fabriek in!

Uiteraard hadden de boeren wat om te klagen (dat is echt alles wat ze doen in deze periode). Tijdens de periode van de NEP hadden ze weer wat extra's verdiend over hun overschotten. Nu moesten ze dat weer uitgeven aan machines...... Daarnaast wilde ze de grond waar ze al jaren op woonde helemaal niet verlaten om in de fabriek te gaan werken. Door dit allemaal gingen sommige boeren protesteren. Dit is het laatste wat de omgeving van deze boeren heeft meegekregen, omdat ze stuk voor stuk naar de strafkampen werden gestuurd. Nu al deze boeren weg waren hadden ze niet genoeg mensen voor op het platteland en zo werd er te weinig voedsel geproduceert. Er kwam een hongersnood tussen 1929 en 1933 op het platteland. Miljoenen mensen stierven en zo kregen de boeren weer een zware klap van de industrialisatie.