Maar wat als je bijna geen toegang hebt tot internet of andere media en je dus eigenlijk geen informatie hebt over bijvoorbeeld het coronavirus? In het artikel Gevangen in een besmet vluchtelingenkamp vertelt de Afgaanse tiener Parwana hoe het is om te leven in een vluchtelingenkamp waar het coronavirus heerst en waar eigenlijk niemand weet hoe ze ermee om moeten gaan.
Het verhaal van iemand anders
Gevangen in een besmet vluchtelingenkamp
De Afghaanse tiener Parwana Amiri zit vast in het Griekse vluchtelingenkamp Ritsona, dat het coronavirus begin april heeft bereikt.
De zestienjarige Parwana Amiri is de ogen en de stem van het Griekse Ritsonakamp dat sinds twee weken in lockdown is. Elke dag wordt ze bestookt met vragen uit allerlei hoeken: van journalisten, filmmakers en vrienden die in het vluchtelingenkamp Moria op Lesbos zijn gebleven. Ze vertelt wat ze ziet.
Parwana: Psychologische hulp is er niet meer in het kamp, dus zoeken mensen vooral steun bij elkaar. Zo proberen ze ook te achterhalen wat de beste manier is om zichzelf en hun families te beschermen.
Parwana was vóór de lockdown druk bezig met een voorlichtingscampagne die ze met andere jongeren in het kamp was gestart. Ze maakten posters en gaven informatie over corona en voorzorgsmaatregelen aan wie ze maar konden vinden. Die campagne is opgeschort.
Maar Parwana heeft de indruk dat mensen nog steeds onvoldoende geïnformeerd zijn. De wifi-verbinding in het kamp is instabiel: het werkt op bepaalde tijden en in bepaalde gebieden. Parwana: “Zo kun je moeilijk iets opzoeken. Sommige mensen nemen daarom mobiel internet, maar ze kunnen hun oplaadkaarten nu niet meer opladen omdat ze niet naar buiten kunnen.”
Zo zijn de bewoners niet alleen letterlijk maar ook figuurlijk afgesneden van de buitenwereld. Ze voelen zich niet veilig, zegt Parwana. “Wij hebben hulp nodig. Het virus is in het kamp – en we staan er alleen voor.”