Nu dat de Amerikanen de Onafhankelijkheidsoorlog hadden gewonnen, kwam de volgende vraag op: wat voor staat moesten de Verenigde Staten worden? De founding fathers besloten er een federatie van te maken, een staat waarin het staatsgezag is verdeeld tussen een centrale staat en deelstaten. Dit hield in dat de centrale regering besliste over zaken als oorlog en vrede, maar dat de staten ook veel zelf mochten bepalen (van der Geugten, 2012). Vandaag de dag is dit nog goed merkbaar - wist je dat het in sommige staten legaal is om iemand te adopteren die ouder is dan jijzelf, terwijl dit in de rest van Amerika uit den boze is? Hier in Nederland zouden we ons dat maar moeilijk kunnen voorstellen.
In 1789 kreeg de Verenigde Staten de eerste grondwet in de wereldgeschiedenis, die nu nog steeds van kracht is. In de grondwet is de driemachtenleer van Montesqieu toegepast: de president kreeg de uitvoerende macht, het parlement de wetgevende macht en de rechters werden volkomen onafhankelijk.
Het Congres bestaat uit twee delen:
1. De Senaat. Hierin hebben alle staten twee afgevaardigden.
2. Het Huis van Afgevaardigden. Hierin is het aantal zetels van de staten afhankelijk van hun inwoneraantal - hoe meer inwoners, hoe meer zetels.
Naast de grondwet werd er een Bill of Rights aangenomen in de Verenigde Staten. Hierin staan de grondrechten van alle burgers, waaronder vrijheid van godsdienst en het recht op een eerlijk proces. Daarnaast kiest het volk zelf zijn bestuurders - de Verenigde Staten werd een democratie. De Amerikaanse Revolutie was dan ook de eerste democratische revolutie in de geschiedenis.