Module 4 : Inlezen en selecteren

Het zoeken naar informatie resulteert in een hoeveelheid webpagina's of documenten. Bij het selecteren van nuttige informatie moet je lettten op het volgende.

A. De informatiebron moet passen bij jouw informatiebehoefte en de doelgroep. Wie bijvoorbeeld een lezing geeft over voeding en gezondheid aan een groep middelbare scholieren, heeft niet veel aan een proefschrift of dissertatie. De informatie die daarin staat is dan te wetenschappelijk.

Feiten onderzoeken
https://pixabay.com/nl/vergrootglas-feiten-onderzoeken-1607160/
Licensed under CC0 1.0 via Pixabay

B. De informatie moet betrouwbaar zijn. Je kunt je afvragen bijv.: hoe objectief is die informatiebron of dat artikel? Hoe deskundig zijn de schrijvers? Wordt er verwezen naar andere bronnen? Zo ja, kun je die dan terugvinden zodat je kunt kijken of je tot dezelfde conclusie zou komen?

Gebruik verder altijd verschillende bronnen en vergelijk ze met elkaar.

Gaat het om een artikel bekijk het dan eens door deze bril.

Geeft de auteur een beschrijving? Je denkt dan dat het objectief is, toch is het vaak een visie vanuit een bepaalde invalshoek. Een beschrijving hoort geen verklaring te geven.

Geeft de schrijver een model? Models zijn abstracties van veelal complexe zaken. Je kunt je hierbij afvragen of het hier een juist gebruikt en/of dat model juist gebruikt wordt.

Geeft de schrijver een theorie? Een theorie is vaak gebaseerd op 1 of meer hypotheses. Haal die uit je tekst om helder te krijgen wat de schrijver wil aantonen.

De schrijver geeft een verklaring voor bepaalde zaken, wil ze begrijpelijk te maken. Probeer hierbij helder te krijgen waarom de schrijver dit denkt, dit zo verklaart.

De schrijver geeft een synthese, een analyse op basis van meerdere gezichtspunten. Kijk maar eens of je het daarmee eens kunt zijn.