Stap 4: Functies

Functies binnen een bedrijf
In een bedrijf zijn er vaak verschillende afdelingen.
Bijvoorbeeld: de directie (a), de productieafdeling (b), de afdeling inkoop (c), de afdeling verkoop (d), de afdeling interne dienst (e) en de afdeling personeel en administratie (f).
Lees de volgende zinnen. Geef per zin aan welke afdeling je herkent.

  1. Als de voorraad bijna op is, belt Joris van Velzen de leverancier.
  2. Bernard Hovius zorgt ervoor dat de salarissen iedere maand op tijd betaald worden.
  3. Als er kleine klusjes in het bedrijf gedaan moeten worden, moet je Chriet van Son hebben.
  4. Omdat iedereen de laatste tijd zo hard gewerkt heeft, heeft mevrouw Jansma iedereen een middag vrij gegeven.
  5. Sabria Gomas gaat het land door om mogelijke klanten te bezoeken.
  6. Jees van Beek bedient een van de machines waarmee de goederen worden gemaakt.