Om een juiste vervoeging in de zin in te kunnen vullen, moet je een zin gaan ontleden, zodat je erachter komt tot welke naamval de woordgroep behoort. Dit ontleden is soms lastig. Een groot voordeel is dan ook als er een voorzetsel in de zin staat. Er zijn in het Duitse twee soorten voorzetsels: de vaste voorzetsels en de keuzevoorzetsels.
De naam zegt het al een beetje: een vast voorzetsel krijgt altijd een vaste naamval. Dit kan een 2e, 3e of 4e zijn maar we focussen ons nu op de voorzetsels die altijd een 3e of altijd een 4e naamval krijgen. Groot voordeel: je hoeft geen zinnen meer te ontleden! Een paar voorbeelden:
Ich gehe mit meiner Mutter in die Stadt.
Sie lebt bei ihrem Vater.
Ich komme aus dem Kino.
Zoals je ziet, komt er na deze voorzetsels altijd een 3e naamval. Er zijn ook voorzetsels die altijd een 4e naamval krijgen:
Das ist für meinen Vater.
Er wohnt um die Ecke.
Der Tafel steht gegen die Wand.
Er zijn nog veel meer voorzetsels die altijd een 3e of altijd een 4e naamval krijgen. Deze vindt je in de Powerpoint over de vaste voorzetsels. Maak daarna de bijbehorende opdracht.
De keuzevoorzetsels zijn iets lastiger dan de vaste voorzetsels. Je hebt hier namelijk de keus tussen een 3e of 4e naamval. Dit zijn in totaal slechts 9 voorzetsels en om je op weg te helpen, is er een stappenplan gemaaakt. Als je dit stappenplan helemaal volgt, krijg je uiteindelijk antwoord of je een 3e of 4e naamval toe moet passen. Lees de Powerpoint over keuzevoorzetsels goed door en maak daarna de bijbehorende opdracht.
Voorzetsels en keuzevoorzetsels in het naamvallenschema
'Der' en 'ein' groep door elkaar:
http://www.talenwijzer.com/duitse-naamvallen-zinsdelen-2.html
http://www.talenwijzer.com/duitse-naamvallen-zinsdelen-3.html
http://www.talenwijzer.com/duitse-naamvallen-zinsdelen-4.html
http://www.talenwijzer.com/duitse-naamvallen-zinsdelen-5.html
De antwoorden van deze opdrachten staan er direct onder! Probeer hier niet naar te kijken maar de opdracht echt zelf te maken!
De vaste voorzetsels
http://www.duits.de/oefenen/grammatica/naamvallen/bijv-naamwoord/met-voorzetsels-3-4-01.htm
http://duits.telenet.be/vz1.htm
De keuzevoorzetsels
http://duits.telenet.be/vzw1.htm
http://duits.telenet.be/vzw2.htm
Vaste en keuzevoorzetsels door elkaar
http://www.sprachenwegweiser.de/die-praumlpositionen-gemischt-uumlbung-1.html
De antwoorden van deze opdracht staan er direct onder! Probeer hier niet naar te kijken maar de opdracht echt zelf te maken!