![]() |
Kenmerken ontwikkelingslanden |
![]() |
Ontwikkelingslanden |
| Ontwikkelingsland Een land waar de levensomstandigheden voor een groot deel van de bevolking slecht zijn: veel mensen kunnen niet of nauwelijks in hun behoeften voorzien. |
| Centrum-periferie De centrumlanden zijn de rijke landen in de wereld. De periferielanden zijn de arme landen. |
| Kolonie Een overzees gebied buiten het eigen land. De bedoeling was om er producten zoals koffie, suiker en specerijen vandaan te halen en daarmee in eigen land winst te maken. |
| Armoedegrens De grens waaronder mensen niet meer in hun directe levensbehoeftes kunnen voorzien. |
| Welvaart Hoe rijk iemand is, gemeten naar in hoeverre iemand in zijn of haar behoefte kan voorzien. |
| Welzijn In hoeverre mensen tevreden zijn met de mate waarin ze in hun behoeften kunnen voorzien. Het gaat bij die behoeften niet alleen om producten die te koop zijn. |
| Informele economie Mensen die in de informele sector werken, werken zonder dat de overheid er iets vanaf weet en zonder belasting te betalen. |
| BNP per inwoner Het bruto nationaal inkomen (bni) per inwoner staat voor het gemiddelde inkomen van een inwoner van een land. |
| Levensverwachting Het gemiddeld aantal te verwachten levensjaren van een persoon bij de geboorte. |
| Analfabetisme Een analfabeet kan niet lezen en schrijven. |
| Ondervoeding Wanneer een persoon te weinig voedsel of kwalitatief slechte voeding krijgt. |
| Honger Kwantitatieve honger: een persoon krijgt te weinig voedsel. Kwalitatieve honger: een persoon krijgt voedsel met onvoldoende voedingsstoffen. |
| Gezondheidszorg Alle organisaties en instellingen die met gezondheid bezig zijn. |
| Verstedelijking Toenemen van de omvang van steden in een gebied: ook wel urbanisatie genoemd. De urbanisatiegraad is het deel van de bevolking dat in steden of stedelijke gebieden woont. |
| Verstedelijkingstempo De snelheid waarmee het relatieve aantal inwoners in de steden in een gebied (urbanisatiegraad) groeit. |
| Ruilvoet Hoe de import en de export in een land zich met elkaar verhouden. |
| Sloppenwijken Een sloppenwijk is een wijk waar mensen wonen die door geldgebrek of woningnood geen betere woning kunnen krijgen. De woningen zijn vaak opgebouwd uit bouwafval en andere restmaterialen. |
| Monocultuur Dit betekent dat op hetzelfde stuk grond altijd hetzelfde gewas (plantensoort) verbouwd wordt. Er vindt geen vruchtwisseling plaats. |