Zorg dat je deze pagina aandachtig bestudeert. Je hebt eerst de basis (opbouw van de aarde en opbouw van een vulkaan) doorgenomen. Zorg dat de basis er goed inzit voordat je hieraan begint
Stratovulkaan:
Een stratovulkaan ontstaat door subductie(vorm van convergentie). Hierbij heb je een oceanische plaat en een continentale plaat die convergeren. Het gevolg is dat de oceanische plaat onderduikt (omdat die zwaarder is). Naarmate de onderduikende plaat dieper in de mantel komt smelt het met de diepte steeds meer. Het afgesmolten materiaal wordt meegenomen door convectiestromen in de mantel en vervolgens stijgt het weer omhoog en boort het zich een weg door de lithosfeer waarna er een stratovulkaan ontstaat.
Schildvulkaan:
Een schilvulkaan kan op twee manieren ontstaan. Allereerst bij de vorming van een MOR (Mid-Oceanische Rug) waarbij opstijgend magma omhoog stijgt en stolt wat leidt tot vorming van reliƫf en vulkanen die minder explosief van aard zijn. De tweede manier waarop deze vulkaantype ontstaat is door een hotspot. Daar drukt een opstijgende stroom magma vanuit de mantel zwaar tegen de onderkant van de aardkorst aan waardoor er scheuren in die korst ontstaan. Er komt dan magma naar het aardoppervlak omhoog en dat bereikt via vulkanen als dun vloeibare lava het aardoppervlak.
Toevoeging hotspotvulkaan: bij deze type blijft de plaat bewegen, echter blijft de vulkaan op zijn plek staan.
Caldeiravulkaan:
Dit was ooit een stratovulkaan. Echter is kenmerkend aan deze vulkaan dat er alleen een kratermeer is overgebleven. Dit heeft 2 oorzaken. De eerste oorzaak is dat door een eerdere explosieve uitbarsting de top eraf is geknald. De tweede oorzaak is dat de magmahaard deels is leeggelopen waardoor de bovenste laag onstabiel was en is ingezakt. Desalniettemin is deze vulkaan nog steeds explosief als hij tot een uitbarsting komt dus vergis je daar niet in!
Spleetvulkaan:
Als het magma door een scheur in de aardkorst naar buiten stroom, verspreidt de lava zich door de spleet. Er ontstaat dan een spleetvulkaan. Spleetvulkanen ontstaan bij divergente plaatgrenzen. Bij divergente plaatgrenzen bewegen twee tektonische platen uit elkaar. Hierdoor ontstaat er een ruimte tussen de platen, waar zich geen aardkorst bevindt. Uit de spleet die ontstaat bij divergente plaatgrenzen kan magma zonder veel weerstand doordringen tot aan het aardoppervlak.
Na het lezen van de theorie hierboven is het belangrijk dat je dit schema heel goed uit je hoofd kent om goed de verbanden te leggen tussen oorzaak en gevolg omtrent vulkanisme op aarde.
Type Vulkaan |
Plaatgrens |
Magma |
Ontgassing |
Eruptietype |
Flanken |
Stratovulkaan |
Subductie (Convergentie) |
Dik |
Weinig |
Explosief |
Dik |
Schildvulkaan |
Hotspots |
Dun |
Veel |
Effusief |
Dun |
Caldeira |
Subductie (Convergentie) |
Dik |
Weinig |
Explosief |
Dik |
Spleetvulkaan |
Divergentie |
Dun |
Veel |
Effusief |
Dun |
Maak de volgende opdracht om te oefenen met de stof en kijk waar je nog extra aandacht aan moet besteden.