Biodiversiteit is de samentrekking van de woorden ‘biologische’ en ‘diversiteit’. Diversiteit betekent verscheidenheid. Biodiversiteit is dus de verscheidenheid van alle levende wezens op aarde: dieren, planten, zwammen en micro-organismen.
Biodiversiteit wordt vaak beschouwd op drie niveaus:
Alhoewel genetische diversiteit fundamenteel belangrijk is, wordt de status van de biodiversiteit meestal uitgedrukt op het niveau van soorten en ecosystemen.
Momenteel zijn er wereldwijd bijna 2 miljoen levende soorten beschreven. Onderzoek toont echter aan dat veel soorten nog onbekend zijn. Vooral van soortenrijke gebieden als tropische regenwouden en koraalriffen wordt verwacht dat er nog heel wat onontdekte soorten leven. Schattingen van het aantal levende soorten op aarde variëren van 3 tot 100 miljoen, met wellicht een goed werkgetal van 15 miljoen. Elke dag worden door biologen nieuwe soorten ontdekt; de meeste ervan zijn insecten en andere ongewervelden.
Ook voor ecosystemen is het niet evident de diversiteit in precieze cijfers weer te geven, gezien de enorme range: zowel een druppel als de wereld kunnen als een ecosysteem worden gezien. Toch is het belangrijk voor beleidsmakers om te werken met een totaalbeeld van biodiversiteit, zodat ze ook rekening kunnen houden met de interacties tussen soorten onderling en met hun omgeving.