P1-K1-W3 Verricht informatie-, advies- en voorlichtingswerkzaamheden ten behoeve van de cliënten (SMD)
De sociaal-maatschappelijk dienstverlener:
geeft passende informatie, advies en voorlichting aan cliënt(en);
stemt informatie en manier van informatieoverdracht af op de specifieke cliënt(groep)(cultuur, sekse, geloof, inkomen);
geeft toegesneden advies;
stimuleert de cliënt(en) zich te ontwikkelen en de grenzen van zijn mogelijkheden te verkennen;
speelt adequaat in op verbale en non-verbale signalen;
checkt regelmatig of de aansluiting met het publiek er nog is;- maakt passende keuzes om (specifieke)doelgroepen te bereiken;
benadert vragen/problemen vanuit verschillende gezichtspunten.
De onderliggende competenties zijn: Begeleiden, Presenteren, Plannen en organiseren
P1-K1-W2 Ondersteunt de cliënt bij juridische en financiële vragen (SMD)
De sociaal-maatschappelijk dienstverlener:
past de juiste technieken toe om de cliënt te stimuleren om gegevens te verschaffen;
geeft de cliënt duidelijke, eerlijke en constructieve feedback;
motiveert de cliënt om zijn best te doen, doelen te bereiken en gedrag te veranderen;
brengt structuur aan in de veelheid aan gegevens;
toont juridisch en rekenkundig inzicht door procedures en regelingen in specifieke situaties toe te passen;
rekent vlot en accuraat;
stelt een passend advies op met passende handreikingen;
geeft voor- en nadelen van de te volgen aanpak of richting duidelijk aan;
vermijdt onnodig gebruik van juridisch vakjargon in de communicatie met cliënten;
zorgt voor nauwkeurige en volledige juridische documenten.
P2-K1-W3: Voert coördinerende taken uit (SCW)
De sociaal-cultureel werker:
voorziet op effectieve wijze in de randvoorwaarden;
deelt proactief informatie - en in voorkomende situaties kennis en ervaring - met medewerkers;
zorgt voor een effectieve verdeling van taken door rekening te houden met capaciteit, middelen, heldererolverdeling, evenwichtige verdeling van de werkbelasting en afstemming;
geeft heldere en relevante instructies;
maakt duidelijke resultaatafspraken met de medewerkers;
bewaakt effectief de voortgang van de werkzaamheden;
spreekt medewerkers zo nodig aan op hun functioneren;
maakt actief gebruik van zijn netwerkcontacten om werkdoelen te realiseren.
B1-K2-W1: Werkt aan de eigen deskundigheid
De sociaal werker:
haalt betekenis uit teksten met hoge informatiedichtheid: zowel mondeling als schriftelijk;
deelt doelgericht en actief kennis en expertise met collega's en andere deskundigen;
draagt eigen kennis en expertise begrijpelijk over;
gebruikt passend taal- en woordgebruik voor de gesprekspartner;
gebruikt feedback om zich verder te ontwikkelen.