In dit practicum gaan de leerlingen onderzoek doen naar bacteriën en voedingsmiddelen. De leerlingen gaan onderzoeken of bacteriën gevoelig zijn voor bepaalde (antibacteriële) stoffen in hun omgeving.
De uitvoering van het practicum zélf heeft de volgende tijdsopzet:
ACTIVITEIT |
|
DUUR – in minuten |
Start les |
Kennis maken, groepsindeling |
5 |
Inleiding practicum doen |
Introductie regels practicumlokaal / herhaling vaardigheden die gebruikt gaan worden / uitleg practicum |
10 |
Practicum - theorie |
Uitleg practicum en wat het doel hiervan is Bespreken antwoorden verwerkingsvragen |
10-15 |
Practicum - uitvoering |
Uitvoer practicum |
75 |
Afsluiting |
Samenvatting practicum: bespreken wat er goed ging en geven tips; leerlingen vullen evaluatie in: reflecteren op eigen leerdoelen. |
15-20 |
Voorafgaand aan het practicum moeten de leerlingen op de hoogte zijn van de veiligheidsvoorschriften die gelden in een practicumlokaal. Deze staan hieronder nog eens kort beschreven, samen met uitleg over hoe je moet uitspatelen:
Veiligheidsvoorschriften (Uit: Cock et al, 2017, pp. 57/58) die in elke laboratoriumsetting gelden:
Werkhygiëne:
- Verzamel alle benodigdheden en zet deze op de labtafel klaar in een logische volgorde. De meeste mensen zijn rechtshandig dus je zet de spullen van links naar rechts neer in de volgorde dat je ze nodig hebt. De brander zet je helemaal rechts van je. Als je met z’n tweeën werkt staat één labpartner bij de brander, de andere hier links van met de rest van het materiaal.
- Zorg dat de rest van de labtafel leeg is.
- Één labpartner begint met het uitbranden van de öse: hiermee doodt je alle bacteriën die er eventueel op zitten zodat alleen de bacterie die je gaat onderzoeken op de plaat terecht komt. Zorg dat de vlam blauw is als je de öse schoonbrandt.
- De andere labpartner laat ondertussen 0.1 ml van de bacteriekweek gecontroleerd (!) op de plaat vallen. Dus niet van grote hoogte want dan spatten de bacteriën alle kanten op. Let op dat de pipet de voedingsbodem niet raakt.
- Vanuit de bacteriekweek strijk je met de schoongebrande öse de bacteriën uit op de plaat – ongeveer 5 strepen per keer. Je doet die in totaal 4 tot 5 keer, na elke keer draai je de plaat en begin je met strijken in een gedeelte met bacteriekweek van de vorige strijk. In de afbeelding hieronder staat een voorbeeld met 4 keer. Pas op dat je met het uitspatelen niet in de delen komt die al bedekt zijn met bacteriën van een eerdere strijk.
- Na elke keer strijken pak je de andere öse: deze worden door de labpartner tussendoor uitgebrand (en vastgehouden tot gebruik).
Theorie:
Praktijk:
- Als de hele plaat bedekt is doe je de deksel erop. Je zet de platen ondersteboven weg (ook in broedstoof) zodat eventuele condens niet op de voedingsbodem kan vallen.
- NB: als er 1 öse beschikbaar is, steriliseer je deze iedere keer tussen strijksessies in door deze even goed in blauwe vlam te houden. Het afkoelen gaat heel snel.
- Zet de plaat in de broedstoof en ruim alles op: let er bij bacterieel materiaal op dat veiligheidsregels in acht worden genomen bij afvoer en schoonmaak van de gebruikte materialen (Cock et al, 2017, pp. 58/59). De öse bijvoorbeeld, wordt voor opruimen eerst nog een laatste keer goed uitgebrand.
Hieronder wordt beschreven wat het doel van het practicum is en wordt het voorschrift (inclusief materialenlijst) weergegeven.
Bij dit practicum gaan de leerlingen kijken wat de invloed is van keelpijn stillende middelen op een keelbacterie. De leerlingen gaan bepalen of een micro-organisme gevoelig is voor bepaalde middelen. Eén manier om het effect te testen is door een kweek van een keelbacterie uit te spatelen op een plaat en dan een kartonnetje dat een hoeveelheid van zo’n middeltje bevat op de plaat leggen. Wanneer de bacterie gevoelig is voor de te testen stof zal rond het kartonnetje een onbegroeide hof zichtbaar zijn. Hoe gevoeliger de bacterie, hoe groter de hof.
Bij dit practicum gaan de leerlingen uitspatelen, een praktische vaardigheid.
Benodigdheden
Werkwijze
Als afsluiting van dit PSE moeten de leerlingen een natuurwetenschappelijk verslag schrijven van de resultaten van het practicum. Dit wordt beoordeeld, zie rubric in bijlage 7.
De leerlingen hebben in de voorbereiding al een onderzoeksvraag en hypothese geschreven. Indien nodig kunnen ze de onderzoeksvraag en hypothese direct na uitvoer van het practicum nog wat aanpassen.
Daarnaast moeten de leerlingen evalueren en reflecteren op zowel de individuele als de voor de groep gestelde leervragen en leerdoelen.