Dit zijn op de meeste scholen vooral leerlingen met dyslexie, dyscalculie, ASS, ADHD en ADD. Wellicht zijn er ook leerlingen met kleine fysieke beperking (bijvoorbeeld milde epilepsie). In principe geldt voor deze leerlingen ondersteuning in de vorm van verlenging (standaard 15 minuten in een toetssituatie), dat is in een practicumsetting lastig te realiseren.
Wat is aan te raden:
• Je mag van leerlingen in vwo5 een bepaald niveau in taal, spelling & rekenen verwachten. Mensen met dyslexie en dyscalculie in beoordeling niet afrekenen op taal-/rekenfouten (wel formatief begeleiden). Tijdens het practicum kan je wat meer ondersteuning bieden indien nodig (meelezen; wat meer mondeling uitleggen; leerlingen aan elkaar laten uitleggen wat de bedoeling is).
• Sommige leerlingen met ASS zijn motorisch minder handig. Dat kan in practicum lastig worden. Wat meer hulp van groepsgenoten is vaak al afdoende. Tijdens uitvoer van het practicum goed begeleiden (niet te snel ingrijpen maar samen met leerlingen oplossen; letten op problemen met fysieke nabijheid). Samenwerken is voor mensen met ASS ook niet altijd fijn (check met mentor of er leerlingen zijn die hier moeite mee hebben). Toch moet ook dit geoefend worden, je kunt hier in het practicum op letten en hulpvragen stellen (wie gaat wat doen, welke taakverdeling, hoe gaan jullie het aanpakken, etc.).
• Mensen met ADHD en ADD hebben soms moeite met concentreren. Tussen de verschillende practicumhandelingen even paar minuten pauze (wc, wat drinken buiten lokaal) kan helpen. Even reset en dan weer door.
Daarnaast kunnen er leerlingen met (lichte vorm van) van smetvrees aanwezig zijn. En aangezien dit over microben gaat kan deze groep zich nu wel ongemakkelijk voelen. Ook hier: van tevoren checken met mentor of dit zo is. Met deze leerling goede afspraken maken.
Biedt altijd de mogelijkheid aan om te werken met handschoenen aan als dit niet standaard bij het practicum hoort.