Doel: bewust worden van jouw persoonlijke normen en ontdekken welke normen voor jouw belangrijk zijn om aandacht aan te besteden als toekomstig professional
Naast de opdracht die je hebt gemaakt in de les ga je zelfstandig aan de slag met onderstaande opdracht.Tijdens de lessen kom je erachter welke normen voor jouw belangrijk zijn en welke normen jij hanteert als toekomstig beroepsprofessional. Daarnaast beschrijf je de normen waarvan je je bewust bent geworden naar aanleiding van filmfragmenten en opdrachten.
Hiervoor kun je gebruik maken van de volgende theorie input verderop te lezen en ook te vinden in de bijlage hieronder.Download deze en maak vanaf les 1 een 'leeg schema' zoals het vb. Dit schema vul je gedurende de lessen aan met normen waar jij voor staat.
Opdracht voor portfolio:
Naar aanleiding van het eerste filmfragment heb je voor jezelf al de eeste normen die voor jou belangrijk zijn.
Maak de tabel met de voorwaarden zoals je hieronder kunt lezen en zet jouw normen achter een passende voorwaarde;
Voorbeeld:
Voorwaarde
Mijn norm
concreet
Affectief klimaat
Voor mij is knuffelen, elkaar vasthouden erg belangrijk, dat je naast woorden ook laat voelen dat iemand veel voor je betekent, omdat ik denk dat aanraking een belangrijke behoefte is van mensen.
Dit vul je pas in na les 7. Je maakt je complete schema af.
Theorie input: hieronder lees je de 14 voorwaarden.
Naast basisbehoeften als lichamelijke verzorging, voeding en bescherming hebben kinderen en jeugdigen drie emotionele behoeften, namelijk:
liefde, zorg en verbintenis;
controle en het consistent stellen van grenzen;
het stimuleren van de ontwikkeling.
De volgende veertien voorwaarden kunnen worden gebruikt om de ontwikkeling van de jeugdige, de opvoedingscapaciteiten van de ouders/opvoeders en de gezins- en omgevingsfactoren die een rol spelen in kaart te brengen, en kan dienen als kapstok om een compleet beeld te krijgen en niets te vergeten. Onderstaande voorwaarden dienen vervolgens als een ‘beoordelingskader’, een normatief kader waarmee de verzamelde informatie over opvoedingssituaties, begeleidingssituaties beoordeeld kan worden.
Adequate verzorging. Adequate verzorging refereert aan de zorg voor de gezondheid en het fysieke welbevinden van de jeugdige. De ouders zorgen voor onderdak, kleding, voeding en persoonlijke spulletjes. Er is een inkomen om hierin te voorzien. Daarnaast hebben de ouders geen zorgen over de manier waarop zij voorzien in de verzorging van hun kind.
Veilige fysieke directe omgeving. Een veilige fysieke directe omgeving geeft fysieke bescherming aan de jeugdige. Dit impliceert de afwezigheid van fysiek gevaar in de woning of buurt waar de jeugdige woont. Er zijn geen bedreigende toxische invloeden in de woning of buurt. De jeugdige wordt niet bedreigd door een vorm van kindermishandeling.
Affectief klimaat. Een affectief klimaat betekent dat de ouders hun kind emotionele bescherming, steun en begrip geven. Er is sprake van een veilige hechting tussen ouder en kind. Er is sprake van wederzijdse genegenheid.
Ondersteunende flexibele opvoedingsstructuur. Een ondersteunende flexibele opvoedingsstructuur bevat aspecten zoals:
voldoende regelmaat in het leven van alledag;
aanmoediging, stimulering en instructie;
grenzen en regels stellen en inzicht in de argumenten die grenzen en regels geven;
controle uitoefenen over het gedrag van de jeugdige;
voldoende ruimte schenken aan de wensen van de jeugdige, en hem de vrijheid geven om zelf initiatief te nemen en te experimenteren, evenals de vrijheid om te onderhandelen over wat voor de jeugdige belangrijk is;
de jeugdige krijgt niet meer verantwoordelijkheid dan hij aankan, ervaart binnen die begrenzing de gevolgen van zijn gedrag, en leert zo de gevolgen in te schatten en zijn gedrag af te wegen.
Adequaat voorbeeldgedrag door ouders. De ouders laten gedrag, normen en waarden zien die voor de jeugdige later waarschijnlijk van belang zijn en die hij kan overnemen.
Interesse. Ouders hebben interesse in hun kind, in zijn leefwereld en persoon.
Continuïteit in opvoeding en verzorging, toekomstperspectief. De ouders zorgen zodanig voor hun kind dat veilige hechting optreedt. De jeugdige heeft vertrouwen in de aanwezigheid van de ouders en ervaart een toekomstperspectief.
Veilige fysieke wijdere omgeving. Zowel de buurt waarin de jeugdige opgroeit als de samenleving is veilig. Criminaliteit, oorlog, natuurrampen, ziekten et cetera bedreigen de ontwikkeling van de jeugdige niet.
Respect. De behoeften, wensen, gevoelens en verlangens van de jeugdige worden serieus genomen door de omgeving en samenleving waarin de jeugdige leeft. Er is geen sprake van discriminatie wegens achtergrond, etniciteit of religie.
Sociaal netwerk. De jeugdige en zijn familie hebben een sociaal netwerk waar zij op terug kunnen vallen.
Educatie. De jeugdige krijgt scholing en opleiding en de gelegenheid zijn persoonlijkheid en talenten te ontplooien (bijvoorbeeld via sport of muziek).
Omgang met leeftijdgenoten. De jeugdige heeft de mogelijkheid om te gaan met leeftijdsgenoten in gevarieerde situaties, geschikt voor zijn leeftijd.
Adequaat voorbeeldgedrag in de samenleving. De jeugdige heeft contact met andere jeugdigen en volwassenen die een voorbeeld zijn voor huidig en toekomstig gedrag en die belangrijke normen en waarden kunnen overbrengen.
Stabiliteit in levensomstandigheden, toekomstperspectief. De omgeving waarin de jeugdige leeft, verandert niet onvoorzien en onverwachts. Veranderingen komen aangekondigd en er wordt rekening gehouden met de jeugdige. Personen met wie de jeugdige zich identificeert en die ondersteuning bieden zijn continu beschikbaar. De samenleving biedt mogelijkheden en een toekomstperspectief.