2.3 Je houding als begeleider

je krijgt met rouw en verlies te maken bij clienten in de terminale fase, bij clienten die net een naaste hebben verloren en bij clienten die te horen hebben gekrgen dat zij een levensbedreigende aandoening hebben. Wanneer je als zorgverlener betrokken bent bij een client of een omgeving waar sprake is van verlies en rouw, vraagt dat een bepaalde houding van jou als begeleider.

In je houding laat je zien:

- Dat je oprechte belangstelling hebt. Je neemt daar de tijd voor.

- Je luistert naar wat de client je vertelt of vraagt. Pas LSD toe.

- Ondersteun de client bij het uiten van zijn gevoelens.

- Je bent eerlijk en betrouwbaar.

- Je hebt respect voor de manier waarop de client omgaat met zijn ziekte of verlies.

- Je stimuleert de client bij het nemen van zijn eigen beslissingen en ondersteunt hem daarin.

- Je vindt het belangrijk dat de client zo lang mogelijk zelfstandig kan blijven.

 


Jongeren zoeken hulp; samen in gesprek